Van alle organen die getransplanteerd kunnen worden, staat de nier op nummer 1. Sinds de wijziging van de donorwet 4 jaar geleden is het aantal mensen dat ‘actief’ heeft doorgegeven organen te willen doneren met meer dan 50% gestegen. Van de in totaal 10,7 miljoen geregistreerden zijn dat 4,8 mensen.1 Betekent dit een einde aan de lange wachtlijsten voor niertransplantaties?
“Was dat maar waar. Het einde van de wachtlijsten is helaas nog niet in zicht”, zegt dr. Jacqueline van de Wetering. Zij werkt al 25 jaar als internist-nefroloog in het Erasmus MC. “Positief nieuws is dat we zeker een toename zien van het aantal donornieren dat we aangeboden krijgen sinds de inwerkingtreding van de Wet op de orgaandonatie, maar die is bij lange na niet genoeg. De instroom is nog altijd hoger dan de uitstroom. Het gaat minder snel, maar de wachtlijsten kruipen omhoog.”
Meer instroom dan uitstroom
In Nederland staan er 3300 mensen op de Eurotransplant-wachtlijst voor een niertransplantatie; de meeste mensen komen via de transplantatiecentra in Amsterdam en Rotterdam. De uitstroom vorig jaar was 1574, van wie 1129 zijn getransplanteerd. Van de overige 445 zijn er 88 overleden en tussen de 106 en 200 mensen te slecht geworden voor transplantatie. Het Erasmus MC heeft het grootste niertransplantatieprogramma. Van de Wetering: “Bij ons alleen zijn er ongeveer 750 actief en niet-actief wachtenden. Vorig jaar hebben we 246 transplantaties kunnen doen, waarvan 15 bij kinderen. In de afgelopen 10 jaar zijn er 3 tot 4 jaren geweest waarin we meer uitstroom hadden dan aanbod; dat waren dan maximaal 70 mensen. Stel dat dat lange tijd zo zou zijn, dan duurt het nog 40 jaar voor de totale wachtlijst is weggewerkt.”
1100 actief wachtenden
“Een deel van de wachtenden staat om diverse redenen op ‘niet-transplantabele urgentie’, ofwel is ‘niet oproepbaar’”, legt Van de Wetering uit. “Dat kan zijn omdat zij zelf een levende donor hebben vanwege een andere aandoening nog niet getransplanteerd kunnen worden of door vakantie tijdelijk op niet-oproepbaar staan. Desondanks zijn er nog altijd 1100 actief wachtenden.”2 De wachtlijst groeit door het toenemende aantal mensen met diabetes, metabool syndroom, hypertensie en hart- en vaatziekten. De vraag neemt het sterkst toe in de oudere populatie. Van de Wetering: “Diabetes en nierfalen is een bekende combinatie. Maar ook is er een toename door ongezonde leefstijl, roken en overgewicht. Wat niet iedereen weet, is dat obesitas op zichzelf nierfalen kan geven. Door het teveel aan massa is er continu een soort hyperfiltratie van de nier. Naast familiaire oorzaken speelt de volksziekte ‘overgewicht’ duidelijk een rol in het ontstaan van nierfalen.”
Kwaliteit van leven
Hoe mooi zou het zijn als meer en sneller transplantaties mogelijk zijn, en bij voorkeur van levende donoren? De gemiddelde overleving van een levende donornier is 20-25 jaar; de overleving van een postmortemnier is 10 tot 15 jaar. “Hoe meer transplantaties, hoe minder dialyse nodig is”, zegt Van de Wetering. “Dialyse is heel intensief voor mensen: de dialyse zelf, de reistijd, het bijkomen ervan. Hoe eerder een transplantatie mogelijk is, hoe meer kwaliteit van leven en hoe eerder patiënten weer deel kunnen nemen aan de maatschappij. Dat is echt winst. Ook voor de gezondheidszorg: dialyse kost tussen de 80.000 en 120.000 euro per patiënt per jaar. Een transplantatie kost eenmalig ongeveer hetzelfde, in het eerste jaar na transplantatie rond de 25.000 euro en vervolgens de daaropvolgende jaren 15.000 euro per jaar aan medicatie en een eventuele, bijvoorbeeld infectiegerelateerde, opname. Kwaliteit van leven staat voor mij bovenaan, maar de kostenbesparing komt wel de totale gezondheidszorg ten goede.”
Veel vaker transplantatie mogelijk
Van de Wetering geeft aan dat veel vaker een transplantatie mogelijk is dan wordt verondersteld, maar niet alle verwijzers weten waar die patiënten met zo’n specifiek kenmerk terechtkunnen. Zoals oudere patiënten, patiënten met obesitas, vaatlijden, mensen met een hoge mate van HLA-antilichamen en nierdonoren met een lastige anatomie van de nier. “Ik vind het echt jammer dat gedacht wordt dat je oudere mensen niet moet transplanteren. Doe dat wel, en liefst nog voordat ze gaan dialyseren. Als er een echtpaar is van rond de 76 jaar, van wie een van beiden donor wil zijn, probeer dat dan. Je gunt deze mensen liever 5 goede jaren samen dan 10 jaar aan de dialyse. Ook aan de donor stellen wij geen leeftijdsgrenzen. In Rotterdam accepteren we meer nieren van 75-plussers, ook van overleden donoren. Overgewicht is ook zo’n discussiepunt. Is er sprake van overmatig buikvet waardoor een operatie lastig is, dan zouden mensen toch transplantabel kunnen worden met bariatrische chirurgie. Zo nodig laten we daarvoor de leeftijdgrens van 65 jaar voor bariatrische chirurgie los. Laten we met elkaar denken in oplossingen, om zoveel mogelijk mensen te transplanteren.” De boodschap aan verwijzers is dan ook te zoeken naar mogelijkheden. Van de Wetering: “Dus: zelfs mensen met obesitas, hoge leeftijd en vaatlijden – soms bieden kunstvaten uitkomst – zouden naar ons doorverwezen kunnen worden.”
Referenties:
- Rijksoverheid. Meer actieve registraties in Donorregister door wetswijziging. rijksoverheid.nl/onderwerpen/orgaandonatie-en-weefseldonatie/nieuws/2024/04/25/meer-actieve-registraties-in-donorregister-door-wetswijziging. https://nos.nl/artikel/2518166-na-wijziging-donorwet-veel-meer-registraties
- Nederlandse Transplantatie Stichting. transplantatiestichting.nl/medisch-professionals/cijfers-nts/wachtlijsten-organen.