Met de opkomst van de omikronvariant is de kans op langdurige vermoeidheidsklachten na een SARS-CoV-2-infectie afgenomen. Dit blijkt uit een groot onderzoek van het RIVM waarin gekeken is naar vermoeidheid voor en na een infectie.
Van ongeveer 23.000 deelnemers aan de Vaccinatiestudie Corona (VASCO) die tussen juli 2021 en maart 2024 een SARS-CoV-2-infectie doormaakten, keken de onderzoekers hoe vermoeid zij voor, tijdens en tot 9 maanden na de infectie waren.
Op het moment van een infectie met het coronavirus was er een duidelijke toename in vermoeidheid vergeleken met voor de infectie. In de eerste 90 dagen na infectie daalde die ook weer flink.
Opvallend is dat bij mensen met een infectie met de deltavariant de vermoeidheid tot 270 dagen na de infectie verhoogd bleef vergeleken met de vermoeidheid voor de infectie. In het geval van een infectie met de omikronvariant was dit 120 dagen.
De toename in vermoeidheid op moment van infectie was het hoogst bij 60- tot 85-jarigen, mensen zonder onderliggende ziekte en mensen die niet gevaccineerd waren. In het onderzoek werd geen verschil gevonden tussen langdurig verhoogde vermoeidheid bij mensen die wel of niet gevaccineerd waren voor de infectie. Omdat vaccinatie (ernstige) infecties voorkomt, verkleint het echter indirect ook de kans langdurige vermoeidheidsklachten na infectie.
Bron: