In november 2024 is een nieuwe richtlijn verschenen voor de behandeling van de ziekte van Sjögren. De richtlijn is vooral bedoeld voor zorgverleners in de tweede en derde lijn die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met deze auto-immuunziekte, zoals reumatologen, klinisch-immunologen, kaakchirurgen en oogartsen. De tekst bevat onder andere aanbevelingen voor de behandeling van oculaire siccaklachten.
De ziekte van Sjögren is een systemische auto-immuunziekte. De ziekte kan op zichzelf voorkomen; eerder werd dit de primaire vorm genoemd. Verder kan de ziekte ook voorkomen naast een andere reumatologische aandoening, zoals reumatoïde artritis of SLE. Dat werd voorheen de secundaire vorm genoemd. Nu wordt gesproken van ‘de ziekte van Sjögren’ voor de primaire vorm en ‘de ziekte van Sjögren geassocieerd met SLE/RA/etc.’ voor de secundaire vorm.
De richtlijn heeft als doel om aanbevelingen te formuleren om te komen tot een uniform beleid ten aanzien van het gebruik van topicale en systemische behandeling bij de ziekte van Sjögren. Dit betreft onder andere oculaire siccaklachten. De richtlijn adviseert hiervoor als eerstelijns therapeutische behandeling kunsttranen of oculaire gels/zalven. Bij meer ernstige of refractaire klachten kunnen kortdurend lokale corticosteroïdendruppels ingezet worden. Volgende stappen zijn ciclosporine-oogdruppels en serumoogdruppels.
De richtlijncommissie werkt op dit moment aan een addendum over diagnostiek bij de ziekte van Sjögren. De huidige richtlijn geeft daarover al wel enige informatie; zo gaat het kort over de verschillende testen die zorgverleners kunnen gebruiken bij de diagnostiek van oculaire siccaklachten.