Een operatie biedt een betere kans op herstel van het carpaletunnelsyndroom dan een injectie met corticosteroïden. Dit blijkt uit landelijk onderzoek, gecoördineerd vanuit Amsterdam UMC, dat is gepubliceerd in The Lancet.
De behandeling van het carpaletunnelsyndroom (CTS) bestaat uit een operatie, waarbij ruimte wordt gemaakt voor de beknelde handzenuw, of een injectie met corticosteroïden. Maar welke behandeling is het meest effectief? Om daarop een antwoord te geven, werd een onderzoek opgezet. De helft van de 934 deelnemers startte de behandeling met een injectie en de andere helft met een operatie. De deelnemers werden anderhalf jaar gevolgd.
Het onderzoek toont aan dat starten met een operatie meer kans op herstel biedt dan starten met een corticosteroïd-injectie. Na anderhalf jaar was 61% van de deelnemers in de operatiegroep hersteld, tegenover 45% in de injectiegroep. Daarbij is opvallend dat ongeveer de helft van de mensen die eerst een injectie kreeg, later alsnog een operatie nodig had. Verder herstelden mensen in de operatiegroep sneller en waren ze meer tevreden over de behandeling.
Bijwerkingen kwamen in beide groepen even vaak voor: 86% bij de operatie en 85% bij de injectie. Onder die bijwerkingen werden ook pijnklachten en wond- en huidproblemen gerekend die enkel voorkomen na een operatie.
Bron: