Uit een recentelijk gepubliceerde Nederlandse studie bij 333 patiënten met nieuw gediagnosticeerd coloncarcinoom blijkt dat chemotherapie geassocieerd is met een tijdelijke toename in kankergerelateerde vermoeidheid. Bij patiënten met een Body Mass Index van boven de 30 is deze vermoeidheid echter niet tijdelijk, maar blijft aanhouden. Klinisch psycholoog dr. Chris Hinnen (Spaarne Gasthuis) en promovenda Anneke Kastelein MSc. (Leids Universitair Medisch Centrum), respectievelijk laatste en eerste auteur van de publicatie, vertellen over de opzet, resultaten en mogelijke implicaties van de studie.
Vermoeidheid komt veel voor bij patiënten met kanker. “Vrijwel alle patiënten hebben last van vermoeidheid tijdens de behandeling van hun kanker en ongeveer een kwart van de patiënten heeft maanden of jaren later nog steeds last van ernstige vermoeidheid.1 Vooral die chronische vermoeidheid kan een grote impact hebben op de kwaliteit van leven. De patiënten kunnen vaak minder sociale contacten hebben, worden eenzaam en hebben minder energie om te werken en moeten daar soms mee stoppen. Omdat het lastig is om te zien of iemand vermoeid is en omdat ook gezonde mensen vermoeid kunnen zijn, voelen vermoeide patiënten met kanker zich ook vaak onbegrepen”, aldus Anneke Kastelein. Chris Hinnen vult aan: “De patiënten hebben veelal ook het gevoel weinig invloed op hun vermoeidheid te kunnen uitoefenen. Als patiënten dan moeilijk met hun vermoeidheid kunnen omgaan, zal de impact van die vermoeidheid steeds groter worden. Mensen hebben steeds minder zin om iets te ondernemen, gaan slechter slapen omdat ze langer in bed blijven liggen en dan kan het van kwaad tot erger gaan.”
Studie
Er zijn aanwijzingen dat ontsteking een grote rol kan spelen in het ontstaan van vermoeidheid.2 Daarnaast is bekend dat sommige aandoeningen, zoals obesitas, geassocieerd zijn met chronische ontstekingsprocessen. Kastelein: “Obesitas is geassocieerd met laaggradige, maar chronische ontsteking van het vetweefsel.3 Dit kan leiden tot verschillende complicaties en wij waren vooral benieuwd of obesitas de kankergerelateerde vermoeidheid kan verergeren.”
Om deze mogelijkheid te onderzoeken, voerden Hinnen en Kastelein samen met onderzoekers van het LUMC, de Universiteit Tilburg en IKNL een studie uit bij patiënten met coloncarcinoom. “Doel van deze studie was om te begrijpen waarom sommige patiënten met kanker na chemotherapie chronisch vermoeid blijven en andere patiënten van hun vermoeidheid herstellen”, vertelt Kastelein.
Voor de studie maakten de onderzoekers gebruik van resultaten van de PROCORE-studie waarin patiënten met nieuw gediagnosticeerd colorectaal carcinoom 2 jaar werden gevolgd en gevraagd om een aantal vragenlijsten in te vullen. Deze vragenlijsten bestonden voor een deel uit vragen over vermoeidheid en werden op 4 momenten ingevuld: bij de inclusie (T1), 4 weken na chirurgie (T2) en 1 en 2 jaar na diagnose (T3 en T4).
Vermoeidheidsscore
In totaal werden 333 patiënten met nieuw gediagnosticeerd coloncarcinoom geïncludeerd.4 Deze patiënten hadden een gemiddelde leeftijd van 68 jaar, 60,0% was man en 63,4% had een gemiddeld opleidingsniveau. Alle patiënten waren behandeld met chirurgie en 28,2% ook met adjuvante chemotherapie. De Body Mass Index (BMI) was 18 tot 25, 25 tot 30 en boven de 30 bij respectievelijk 32,7, 47,7 en 19,5% van de patiënten.
Uit de resultaten bleek dat de vermoeidheidsscore op T2 significant hoger was dan op de 3 andere meetpunten. “Deze bevinding past bij het beeld dat de meeste patiënten met kanker vermoeid raken tijdens hun behandeling en zich daarna weer herstellen”, vertelt Kastelein. Verder rapporteerden de patiënten die chemotherapie kregen op T2 een hogere vermoeidheidsscore dan op T1, T3 en T4. Bij patiënten die geen chemotherapie kregen was er daarentegen geen verschil in de vermoeidheidsscore op de 4 meetpunten.
BMI
Vervolgens werden de patiënten op basis van hun BMI ingedeeld. Kastelein: “Uit de resultaten in die groepen bleek dat de vermoeidheid bij patiënten met obesitas, oftewel een BMI van boven de 30, na de behandeling significant minder goed herstelde dan bij patiënten met een BMI tussen 18 en 25 of tussen 25 en 30. Toen we vervolgens ook chemotherapie als factor meenamen bleek dat specifiek de patiënten met obesitas die chemotherapie kregen niet herstelden van hun vermoeidheid en tussen T3 en T4 misschien nog wel iets vermoeider werden. De vermoeidheid bij patiënten met een lagere BMI en patiënten met obesitas die geen chemotherapie kregen, herstelde wel na de behandeling.”
Naast bovengenoemde resultaten noemt Kastelein als pluspunten van de studie dat deze gebaseerd is op een grote en volledige dataset, er gevalideerde vragenlijsten werden gebruikt en dat de vermoeidheid tot 2 jaar na diagnose in kaart is gebracht. “Een minpunt is misschien dat de resultaten zijn verkregen uit een bestaande studie, die niet specifiek was ontworpen voor onze onderzoeksvraag.”
Persoonsgerichte voorbereiding
Volgens Kastelein geven de studieresultaten aanleiding om patiënten met kanker persoonsgerichter voor te bereiden op hun risico op vermoeidheid tijdens en na chemotherapie. “Zo zou je patiënten met obesitas erop kunnen attenderen dat er aanwijzingen zijn dat zij een verhoogd risico op langdurige vermoeidheid hebben en eventueel kunnen kijken naar de mogelijkheden om gewicht te verliezen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door het volgen van een ander voedingspatroon of door meer te bewegen, waarvan we al weten dat het een van de beste manieren is om de kankergerelateerde vermoeidheid te verminderen.”
Vervolgvragen
De relatie tussen obesitas en chemotherapiegerelateerde vermoeidheid roept nieuwe vragen op die mogelijk in vervolgstudies beantwoord zullen worden. Kastelein: “Zo zou ik graag willen onderzoeken wat de onderliggende mechanismen zijn, bijvoorbeeld door het analyseren van ontstekingswaarden in het bloed en het doen van gecontroleerde dierproeven. Daarnaast onderzoek ik momenteel of we bij patiënten met mammacarcinoom resultaten vinden die vergelijkbaar zijn met de resultaten bij patiënten met coloncarcinoom. Hierbij richt ik me ook op de impact van het soort chemotherapie waarmee de patiënten worden behandeld. Tevens zou het interessant zijn om te kijken in welke mate de BMI van invloed is op de vermoeidheid tijdens en na andere kankertherapieën, zoals radio-, doelgerichte en immunotherapie.”
Referenties:
- Kang YE, Yoon JH, Park NH, et al. Prevalence of cancer-related fatigue based on severity: a systematic review and meta-analysis. Sci Rep. 2023;13:12815.
- García-González D, Medino-Muñoz J, Romero-Elías M, et al. Biological mechanisms of cancer-related fatigue in breast cancer survivors after treatment: a scoping review. J Cancer Surviv. 2023 Nov 6. Epub ahead of print.
- Kawai T, Autieri MV, Scalia R. Adipose tissue inflammation and metabolic dysfunction in obesity. Am J Physiol Cell Physiol. 2021;320:C375-91.
- Kastelein A, Mols F, Kervezee L, et al. The impact of chemotherapy and body mass index on cancer-related fatigue in colon cancer patients: A PROFILES-registry study. Cancer Med. 2025;14:e70536.