Infectiepreventie vermindert het risico op transmissie van ziekteverwekkers. De praktijkorganisatorische richtlijn Infectiepreventie in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk is herzien door het NHG en de KNOV met onder andere aandacht voor duurzaamheid en implicaties van wet- en regelgeving.
In de richtlijn is meer aandacht voor duurzaamheid en belasting voor het milieu. Zo heeft herbruikbaar instrumentarium de voorkeur boven eenmalig gebruik, mits het reinigings-, desinfectie- en sterilisatieproces goed verloopt. Nieuw is de aanbeveling om niet-steriele handschoenen alleen te gebruiken bij specifiek beschreven indicaties.
Handdesinfectie met handalcohol of een ander handdesinfectiemiddel heeft in de meeste situaties de voorkeur boven handreiniging met water en zeep. Desinfectie is huidvriendelijker, duurzamer en meestal effectiever. Alleen bij zichtbare verontreiniging of na contact met lichaamsvloeistoffen of niet-intacte huid wordt handreiniging met water en zeep aanbevolen.
Werkgevers zijn wettelijk verplicht om een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) uit te voeren, waaronder een inventarisatie van de immuun- en vaccinatiestatus van medewerkers. Tegelijkertijd verbiedt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) het registreren van gezondheidsgegevens van medewerkers. De minimumnorm in de richtlijn hierover is aangepast: in plaats van dat de vaccinatiestatus van hepatitis B bekend moet zijn, ligt de nadruk nu op het informeren van medewerkers en het aanbieden van vaccinatie.
Bron: