Het verbeteren van de transmurale palliatieve zorg staat al geruime tijd hoog op de agenda. Verspreid over Nederland lopen dan ook diverse projecten om de transmurale palliatieve zorg te versterken en de mate van proactieve zorgplanning te vergroten. MedNet Oncologie sprak over de voortgang en noodzaak hiervan met internist-oncoloog drs. F.A.R.M. (Fabienne) Warmerdam, programmaleider van een project ter bevordering van transmurale proactieve zorgplanning in specialistische zorgpaden.
Om de kwaliteit van palliatieve zorg in Nederland te verbeteren, zijn de afgelopen jaren diverse initiatieven opgezet, zoals het ZonMw-programma Palliantie II en het Nationaal Programma Palliatieve Zorg. In de Mijnstreek-regio in Midden- en Zuid-Limburg lopen sinds 2014 projecten gericht op het verbeteren van palliatieve zorg, vertelt Fabienne Warmerdam internist-oncoloog in het Zuyderland ziekenhuis en consulent van het regionale Transmuraal Ondersteunend Palliatie Advies Team. “We hadden destijds een project waarin een transmuraal zorgpad werd opgezet waarbij zowel de huisartsen als medisch specialisten proactieve zorgplanning uitvoerden. Hierbij werden patiënten in een MDO besproken met het palliatief team en vond een medicatiereview plaats. We hebben voor de financiering daarvan afspraken kunnen maken met de zorgverzekeraars.” Dit project was een van de koploperprojecten in het TAPA$-project (transmurale palliatieve zorg met passende bekostiging), waarvan de resultaten lieten zien dat minder gebruik van niet-passende zorg leidt tot minder ziekenhuisopnames en een lagere IC-bezetting (zie kader).
Palliantie II-programma
Naast dit eerdere project loopt in Limburg inmiddels een vervolgproject met de naam ‘De zorg die ik wens en bij mij past… als ik niet meer beter word’. Dit is 1 van de 11 projecten die vanuit het Palliantie II-programma worden gesubsidieerd. Het programma richt zich op integratie van transmurale proactieve zorgplanning in 5 specifieke specialistische zorgpaden: COPD, dialyse, hartfalen, slokdarm- en maagkanker met uitzaaiingen en darmkanker met uitzaaiingen. Warmerdam: “We willen proactieve zorgplanning standaard inbouwen in de zorgpaden. Daardoor kunnen we op tijd gaan praten over de wensen en grenzen van patiënten, goede voorlichting geven over de grenzen van de mogelijkheden, en vooral ook kijken naar wat er wel kan. Daarbij beogen we een betere samenwerking tussen alle betrokken zorgverleners en een betere bekendheid van de wensen van de patiënt.”
Medisch specialisten
Het project richt zich met name op zorgverleners werkzaam in het ziekenhuis, vertelt Warmerdam, omdat uit het eerdere project bleek dat hier nog relatief veel winst is te behalen. “De reden dat we dit in het ziekenhuis nog een keer extra onder de aandacht willen brengen, is omdat we merkten dat medisch specialisten het vaak moeilijk vonden om palliatieve zorg in hun zorgpaden te includeren. Medisch specialisten ervoeren regelmatig onvoldoende tijd en rust om dat te doen. Daarom proberen we nu om dit aspect van zorg als een standaard ijkmoment in de zorgpaden in te bouwen.”
De palliatieve zorg zelf vindt wel transmuraal plaats, benadrukt Warmerdam. “Tussen de tweede lijn in het ziekenhuis en de eerste lijn bij de huisarts moet altijd contact zijn voordat je tot een gedegen zorgplan kunt komen. Daarbij moet het zorgplan ook altijd gedeeld worden met zowel de patiënt als met de zorgverlener in de eerste lijn. Dit mag niet in het ziekenhuis blijven hangen. Het liefst wil je dat dit overal bekend is, ook bij de ambulancedienst en de thuiszorg; daar gaan we in de nabije toekomst aan werken. Op dit moment willen we met name bevorderen dat bij patiënten, huisarts en medisch specialist bekend is wat iemands wensen en grenzen zijn. Zodat mensen niet iedere keer opnieuw hun verhaal moeten vertellen, en de kans groter is dat hun wensen ook uitkomen.”
Regionaal geheel
Ook via andere wegen proberen Warmerdam en andere bij palliatieve zorg betrokken hulpverleners de kwaliteit van de Limburgse palliatieve zorg te verbeteren. Zo werken Warmerdam en collega’s aan een plan om de kwaliteit van zorg op diverse aspecten te verbeteren. Dit ‘IZA Transformatieplan Palliatieve Zorg in de Mijnstreek’ heeft als focus de markering van de palliatieve fase, proactieve zorgplanning, transmurale coördinatie en ondersteuning bij complexe zorgvragen. Dit moet worden gerealiseerd via een transmuraal zorgpad met een individueel zorgplan dat voor de hele zorgketen zowel digitaal als op papier beschikbaar is. Warmerdam: “We proberen op dit moment bij ons in de regio om van alle, veelal vrij lokale projecten, één groot regionaal geheel te smeden.”
Daarbij zal de palliatieve zorg deels getransformeerd worden, legt Warmerdam uit. “We gaan gezamenlijk kijken naar wat de meest geschikte plek is voor een patiënt. We doen nu de dingen vaak omdat ze eenmaal zo zijn georganiseerd, in het ziekenhuis of bij de huisarts, maar is dit ook echt het beste? Ook willen we ervoor zorgen dat gegevens beter gedeeld worden en we willen de thuiszorg meer betrekken in deze keten.”
Tijd creëren
Warmerdam beklemtoont dat het niet bij iedereen lukt om een helder zorgplan op te stellen. “Je moet dat ook niet willen afdwingen. Je kunt niet dicteren hoe mensen kijken naar de laatste levensfase, lijden en doodgaan. Maar je kunt mensen wel in de gelegenheid brengen om hierover na te denken. Zorgverleners denken vaak dat dit veel tijd kost, maar even hiervoor de tijd nemen, levert later vaak tijd op.”
Ze vervolgt: “Vooral belangrijk is dat dit de ruimte geeft aan patiënten, naasten en zorgverleners om meer bewust met elkaar in contact te komen. We vergeten dit soms wel eens, maar juist in het contact tussen zorgverleners en patiënten zit ook iets heel wezenlijks. Het gaat niet alleen om het technische kunstje, het gaat er ook om dat jij je gesteund en geborgen voelt in een systeem dat voor jou zorgt en meedenkt. Dat heeft een positief effect op de uitkomsten, zowel in kwaliteit van leven als in acceptatie en kwaliteit van sterven. Ik wil ook zeker niet zeggen dat dit op dit moment altijd onvoldoende gebeurt, maar het zou fijn zijn als we dat meer systematisch ondersteunen.”
Minder niet-passende zorg in laatste levensfase leidt tot verschuiving zorgkosten
Het project TrAnsmurale PAlliatieve zorg met Passende bekostiging (TAPA$) onderzocht diverse regionale projecten op het gebied van transmurale palliatieve zorg. Recent werd op basis van de verzamelde data een studie gepubliceerd.1 De analyse van zorgverzekeringsgegevens liet zien dat transmurale palliatieve zorg leidde tot een verschuiving in zorgkosten: lagere ziekenhuisuitgaven en hogere kosten voor huisartsen en thuiszorg. Een eerdere analyse van de projecten liet zien dat overledenen die transmurale palliatieve zorg ontvingen, minder vaak niet-passende zorg kregen in de laatste levensfase.2 Dit ging gepaard met minder ziekenhuisopnames, een lagere IC-bezetting en minder sterfgevallen in ziekenhuizen. Uit een kostenanalyse bleek dat de mediane zorgkosten in de laatste 30 dagen lager waren voor patiënten die betrokken waren bij TAPA$-initiatieven (€ 6.449) vergeleken met een controlegroep (€ 7.031).
Referenties:
- Pereira CF, Dijxhoorn AF, Koekoek B, et al. Potentially inappropriate end of life care and healthcare costs in the last 30 days of life in regions providing integrated palliative care in the Netherlands: A registration-based study. Int. J Integr Care. 2024;24:6
- Pereira CF, Dijxhoorn AF, Raijmakers N, et al. Resultaten project TAPA$. PZNL, 2022.