Met relatief eenvoudige middelen, zoals educatie en visuele ondersteuning, kan de implementatie van richtlijngebaseerde interventies bij acuut hartfalen duidelijk worden verbeterd. Dit lijkt niet alleen te leiden tot beter medicatiegebruik, maar mogelijk ook tot betere klinische uitkomsten. Daarbij moet rekening worden gehouden met een beperkte toename in ziekenhuisverblijf.1
Hoewel de behandeling van acuut hartfalen (AHF) de afgelopen jaren grote vooruitgang heeft geboekt, blijft het integreren van deze nieuwe inzichten in de dagelijkse praktijk een uitdaging. Nederlands onderzoek evalueerde of een eenvoudig en praktisch implementatieprotocol daadwerkelijk kan leiden tot betere zorg en uitkomsten. In deze studie werden volwassen patiënten met AHF die niet op de intensive care waren opgenomen geïncludeerd in een lopend patiëntregister. Er werd een nieuw behandelprotocol ontwikkeld en ingevoerd, ondersteund met onder andere groepseducatie, zakkaartjes en posters. Om het effect van de implementatie te meten vergeleken de onderzoekers patiëntgroepen vóór en na de invoering van het protocol. De 8 maanden waarin het protocol werd uitgerold, werden niet in de analyse meegenomen.
Na implementatie van het protocol steeg het gebruik van SGLT2-remmers bij patiënten met een verminderde ejectiefractie van 20% naar 44,2%. Bij patiënten met behouden ejectiefractie was het gebruik gestegen van 4% naar 29,4% (p = 0,001). Ook het gebruik van acetazolamide en intraveneus ijzer nam aanzienlijk toe. Het voorschrijven van 3 of meer richtlijnondersteunde geneesmiddelen vóór ontslag verbeterde eveneens (48,1% versus 34%). Hoewel de gemiddelde opnameduur met 1 dag toenam, was er een daling in ziekenhuissterfte (1,1% versus 5,1%) en een gunstige trend in de 90-dagenoverleving zonder HF-gerelateerde events (44,3% versus 29,9%; p = 0,054), ten gunste van de implementatiegroep.
Bron:
- Peeters L, Hoen M, Hofman D, et al. PRACTICE-HF: an implementation study of an updated acute heart failure protocol. HF Congress 2025, moderated eposters 1.