Tijdens de lockdown in de lente van 2020 kwamen minder MS-patiënten op controle. Hoewel bij alle met fingolimod behandelde patiënten de eerste controleafspraak werd uitgesteld, was het gemiddeld aantal dagen waarin de patiënten de eerste kuur cladribine voltooiden tijdens de pandemie, niet anders dan voor de pandemie. Slechts één geval van milde COVID-19 werd gemeld in deze analyse van Duitse gegevens van de CLARION-studie.
Mogelijk heeft de COVID-19-pandemie invloed gehad op de zorg voor patiënten met multipele sclerose (MS). Om dit na te gaan is – als onderdeel van de CLARION-studie – een beschrijving gemaakt van de verdeling van de controlebezoeken, de therapietrouw voor cladribine voorafgaand en tijdens de pandemie en de gevallen van COVID-19.
In deze analyse is een Duits cohort geïncludeerd van 337 MS-patiënten die tussen september 2018 en oktober 2020 deelnamen aan de CLARION-studie en voor de eerste keer cladribine of fingolimod gingen gebruiken: 54,3% van de patiënten kreeg cladribine en 45,7% fingolimod. Voorafgaand aan de pandemie was het aantal controlebezoeken gemiddeld 22 per maand. Dit aantal varieerde van 11 tot 14 gedurende de lockdown (15 maart tot 15 mei 2020). In de periode daarna steeg het aantal controlebezoeken.
Onder de met cladribine behandelde patiënten zat voorafgaand aan de pandemie gemiddeld 178 dagen tot aan het eerste vervolgbezoek en tijdens de pandemie gemiddeld 180 dagen. Deze perioden waren respectievelijk 150 en 191 dagen bij patiënten die fingolimod kregen. De mediane periode tot voltooiing van de eerste kuur cladribine was 32,5 dagen voorafgaand aan de pandemie en 33,0 dagen tijdens de pandemie.
Slechts één geval van milde COVID-19 werd geregistreerd in het cladribine-cohort. De ziekte begon 14 maanden na de laatste dosis.
Bron