Een analyse van de SELECTION-studie laat zien dat filgotinib vergeleken met placebo geassocieerd is met een groter aantal patiënten met een combinatie van klinische, biologische, patiëntgerapporteerde en endoscopische verbeteringen. Bovendien werden klinisch betekenisvolle verbeteringen waargenomen in de algehele kwaliteit van leven.
Bij patiënten met colitis ulcerosa zijn zowel subjectief als objectief gerapporteerde uitkomstmaten belangrijke behandeldoelen, maar worden deze zelden samengenomen om de situatie van individuele patiënten te beschrijven. De huidige post-hocanalyse onderzocht de meerwaarde van een holistische benadering waarin onder andere klinische, biologische en patiëntgerapporteerde uitkomsten werden meegenomen. Deze resultaten waren afkomstig van patiënten die in de fase 2b/3-SELECTION-studie een inductie- en eventueel onderhoudsbehandeling kregen met filgotinib (200 mg) of placebo. De belangrijkste uitkomstmaat was een combinatie van klinische en biologische remissie, uitkomst volgens endoscopie en remissie volgens een IBD-specifieke vragenlijst.
De resultaten laten zien dat tijdens de inductiefase filgotinib versus placebo geassocieerd was met een verbetering van de gecombineerde uitkomstmaat, en/of de onderdelen daarvan, bij zowel patiënten die biological-naïef waren als bij patiënten die eerder met een biological behandeld waren.1 In de biological-naïeve populatie werd de gecombineerde uitkomstmaat bereikt bij 17,6% van de patiënten behandeld met filgotinib (n = 245) vergeleken bij 4,4% van de patiënten behandeld met placebo (n = 136; p < 0,001). Bij biological-ervaren patiënten was dit respectievelijk 4,6% van de 260 patiënten versus 1,4% van de 141 patiënten (p = 0,167). Vergelijkbare verbeteringen waren zichtbaar tijdens de onderhoudsfase van de behandeling. Patiënten die de gecombineerde uitkomstmaat bereikten rapporteerden bovendien klinisch betekenisvolle verbeteringen in hun kwaliteit van leven.