Bij patiënten met nieuw gediagnosticeerd, gevorderd ovariumcarcinoom zonder BRCA-mutaties verbetert het toevoegen van durvalumab en olaparib aan de standaardbehandeling de progressievrije overleving. Dit blijkt uit de DU-O-studie.
De fase III DU-O-studie onderzocht het effect van paclitaxel/carboplatine plus bevacizumab en olaparib, gevolgd door onderhoudsbehandeling met bevacizumab plus durvalumab en olaparib bij patiënten met nieuw gediagnosticeerd gevorderd ovariumcarcinoom zonder BRCA-mutaties. In Chicago presenteerden de onderzoekers een interimanalyse van de progressievrije overleving (PFS), het primaire eindpunt van de studie. Daarbij werd eerst gekeken naar de resultaten in de niet-BRCA-gemuteerde, homologe recombinatie deficiëntiepositieve (HRD+) groep en vervolgens naar de intention-to-treat (ITT) populatie.
In de groep niet-BRCA-gemuteerde, HRD+ patiënten waren 140 patiënten behandeld met olaparib en durvalumab en 143 die in plaats hiervan een placebo kregen. Na een mediane follow-up van meer dan 25 maanden was de mediane PFS in de olaparib-durvalumab-groep 37,3 maanden versus 23,0 maanden in de controlegroep (HR 0,49; p < 0,001). In de ITT-populatie was de mediane PFS respectievelijk 24,2 maanden versus 19,3 maanden (HR 0,63; p < 0,001).
De onderzoekers toonden aan dat ook HRD-negatieve patiënten baat hadden bij het toevoegen van olaparib en durvalumab. De mediane PFS was in deze groep respectievelijk 20,9 versus 17,4 maanden, met een hazard ratio van 0,68. Tevens bleek uit een subgroepanalyse dat alle subgroepen voordeel ervoeren van het toevoegen van de twee medicijnen.
De toevoeging leidde in beperkte mate tot meer bijwerkingen. Ernstige bijwerkingen traden in de controlegroep op bij 34% en in de olaparib-durvalumab-groep bij 39% van de patiënten.
De studie loopt nog en de onderzoekers zullen in de toekomst data presenteren over de uiteindelijke PFS en de totale overleving.
Bron: