De breed neutraliserende antilichamen (bNAb’s) CAP256V2LS en VRC07-523LS zijn beide veilig gebleken bij neonaten.1 Deze resultaten ondersteunen verder onderzoek naar behandelingen op basis van antilichamen om verticale transmissie van hiv via de moedermelk te voorkomen.
In gebieden met een hoge hiv-prevalentie blijft verticale transmissie een ernstig probleem: in 2024 raakten 120.000 kinderen op deze manier besmet met hiv, van wie ongeveer de helft via moedermelk. In de PedMAb-studie zijn 2 bNAb’s, CAP256V2LS en VRC07-523LS, tegen hiv getest door ze gelijktijdig aan pasgeborenen toe te dienen, bij de bevalling en 3 maanden later. Proefpersonen waren 48 aan hiv blootgestelde zuigelingen geboren zonder hiv (HEI). Ze kregen binnen 96 uur na de geboorte subcutaan (SC) oplopende doses van ofwel CAP256V2LS (armen 1, 2 en 3: respectievelijk 5, 10 en 20 mg/kg) of VRC07-523LS (armen 4 en 5: respectievelijk 20 en 30 mg/kg). Na onder meer een veiligheidsbeoordeling kregen 8 zuigelingen (arm 6/6b) binnen 96 uur 60 mg CAP256V2LS en 90 mg VRC07-523LS (dosis 1) en 120 mg van 1 van beide bNAb’s na 3 maanden (dosis 2). De reactogeniciteit was zeer beperkt. Wel werden er veel adverse events gezien, in beide groepen in gelijke mate, maar het ging voornamelijk om veelvoorkomende kinderziekten. De adverse events waren vrijwel allemaal licht tot matig ernstig, en hielden geen verband met de studiemedicatie.
De auteurs concluderen dat bNAb’s voor neonaten misschien wel de ‘magic bullet’ zijn waarmee verticale transmissie van hiv na de geboorte de wereld kan worden uitgeholpen. Kwesties die eerst nog verder moeten worden geadresseerd, zijn welke bNAb’s nodig zijn en hoeveel; hoe hoog de beoogde concentratie in de moedermelk is; hoe een werkbare en betaalbare effectiviteitsstudie eruitziet; en welke geldschieter/fabrikant in deze interventie gaat investeren, die vooral is gericht op kinderen uit lage- en middeninkomenslanden.
Bron: