Acute myeloïde leukemie bij kinderen

Delen via:

Acute myeloïde leukemie (AML) bij kinderen is zeldzaam. Hoewel de prognose de afgelopen decennia sterk is verbeterd, is deze significant slechter dan voor acute lymfatische leukemie. De huidige vijfjaarsoverleving ligt rond de 70-75%. Het recidiefpercentage blijft echter hoog.

De onderzoeken, beschreven in het proefschrift ‘Clinical Aspects in Pediatric Acute Myeloid Leukemia’ omvatten drie belangrijke peilers binnen AML-onderzoek: epidemiologie, cytogenetica, en toxiciteit en supportive care.

Epidemiologie van AML bij kinderen in Nederland

Populatiegebaseerde registratie van kanker (NCR) wordt gecoördineerd door het IKNL. Gegevens van kinderen met kanker worden daarnaast geregistreerd door Stichting Kinderoncologie Nederland (SKION). SKION herbergt het referentielaboratorium voor bijna alle vormen van kinderkanker en implementeert, coördineert en monitort de verschillende behandelprotocollen. In een grote epidemiologische studie hebben wij door NCR- en SKION- registratiegegevens te combineren de incidentie, overleving en mortaliteit van AML bij kinderen in de afgelopen tweeënhalf decennia onderzocht en gepubliceerd. Tussen 1990 en 2015 zijn er in Nederland 638 kinderen met de diagnose AML geregistreerd (~25/jaar). De incidentie bleef globaal gelijk. De algehele vijfjaarsoverleving (OS) verbeterde significant over de jaren van 40% vroeg in de jaren 90 tot 74% in de periode 2010-2015. Helaas bleef de event-vrije overleving (EFS) maximaal 50%.

Overlijden

Wij onderzochten verder het vroegtijdig overlijden (ED) en de oorzaken van overlijden in remissie (TRM in CR). Ernstig ondergewicht bleek een risicofactor voor ED, terwijl het risico op TRM groter lijkt bij kinderen < 2 jaar. De belangrijkste doodsoorzaken in CR1 waren  infectie en complicaties na stamceltransplantatie. Vergeleken met oudere Nederlandse behandelprotocollen namen ED en TRM af, maar in de drie recente Nederlandse protocollen zijn ED en TRM ongeveer gelijk gebleven, met respectievelijk 3-6,5% en 5-6%.

Cytogenetica

Omdat AML in Nederland zeldzaam is, zijn internationale samenwerkingen op onderzoeksgebied van groot belang. Binnen internationale netwerken van de ‘Nordic Society of Pediatric Hematology and Oncology-Dutch, Belgium, Hong Kong AML (NOPHO-DBH) study group’ en de ‘International Berlin-Frankfurt-Munster study group’ hebben wij verschillende cytogenetische subgroepen van AML onderzocht. Hierbij is het grootste cohort kinderen met t(8;21)-AML ooit geëvalueerd (n = 838) ten aanzien van frequent voorkomende additionele cytogenetische afwijkingen en de impact van verschillende (doseringen) cytostatica. CR-percentage, vijfjaars-OS, -EFS en cumulatief recidiefpercentage (CIR) bedroegen respectievelijk 92%, 74%, 58% en 26%. WBC > 20×109/L en centraal zenuwstelselbetrokkenheid waren geassocieerd met een slechtere prognose. Additionele cKIT- en RAS-mutaties waren, in tegenstelling tot in enkele kleinere studies, niet geassocieerd met een slechtere prognose. Patiënten met t(8;21),del(9q) bereikten minder vaak CR dan de rest. De belangrijkste additionele aberratie bleek echter een extra chromosoom 4 te zijn. Kinderen met t(8;21),+4 hadden een significant hogere CIR en een veel slechtere EFS en OS (allen HR > 2, P < 0,01 in multivarate analyse). Zij zouden in de toekomst wellicht niet als ‘favorable risk’ beschouwd moeten worden. Met betrekking tot de cytostatica hadden patiënten behandeld met hoge dosis anthracyclines (> 150 mg/m2) en etoposide (> 500 mg/m2) in de eerste kuur, HD-AraC in de gehele inductie en hoge totale doseringen van cytarabine (> 30 g/m2) en etoposide (> 1500 mg/m2) een lager risico op een recidief en een betere EFS.

Prognostische relevantie van cytogenetische afwijkingen bij recidief

In een tweede internationaal cohort bestaande uit 403 kinderen met recidief-AML is de prognostische relevantie van cytogenetische afwijkingen op het moment van recidief onderzocht. Veel voorkomende afwijkingen betroffen t(8;21) en inv(16), die ook op het moment van recidief nog een gunstige prognose leken te hebben (respectievelijk vierjaars OS van 61% en 68%). Monosomie 7/7q-, t(9;11), t(10;11) en complexe karyotype op het moment van recidief waren geassocieerd met een slechte uitkomst (vierjaars OS van 17-22%). Hoewel patiënten met veranderingen in het karyotype ten tijde van recidief ten opzichte van het karyotype op het moment van eerste diagnose een slechtere EFS hadden, was de OS niet significant verschillend. Patiënten met zeer veel veranderingen in het karyotype ten tijde van het recidief ten opzichte van de eerste diagnose hadden de slechtste prognose. Los van het karyotype op het moment van eerste diagnose was het karyotype op het moment van recidief een onafhankelijke voorspeller voor overleving. Dit maakt onderzoek naar cytogenetische afwijkingen op het moment van recidief in de toekomst van groot belang en mogelijk bijdragend aan verbetering van de risicostratificatie in de toekomst.

Zeer goede prognose

Ook onderzochten wij patiënten met t(16;16)-AML, die een zeer goede prognose hadden en karakteristieken overeenkomend met inv(16;16) patiënten, zoals ook gerapporteerd voor volwassenen. Wij bevestigden ook in de kinderen de relatie tussen inv(16) en M4eo, waarbij de goede prognose van deze groep met name lijkt te berusten op de aanwezigheid van inv(16), en eosinofilie hier niet cumulatief aan bijdraagt.

Voortkomend uit deze studies en internationale overleggen ten aanzien van de huidige kennis omtrent risicostratificatie hebben wij een voorstel gedaan voor een aanpassing van de risicostratificatie in het volgende pediatrische protocol binnen het NOPHO-DBH-consortium, waar Nederland onderdeel van uitmaakt.

Toxiciteit en supportive care

Er blijkt wereldwijd veel verschil te zijn in het gebruik van infectieprofylaxe. Omdat dergelijke onderzoeken bij kinderen met AML schaars zijn, hebben wij een RCT opgezet om de effectiviteit van profylaxe tegen met name vergroenende streptokokinfecties te onderzoeken. We verwachten dit najaar te kunnen starten met de eerste inclusies en hiermee in de toekomst te kunnen bijdragen aan een vermindering van zowel de mortaliteit als de morbiditeit bij deze intensieve behandeling.

De Promotie

Kim Klein, Amsterdam UMC, promoveerde 1 oktober aan de Vrije Universiteit Amsterdam op het proefschrift getiteld ‘Clinical Aspects in Pediatric Acute Myeloid Leukemia’. De promotiecommissie bestond uit promotor prof. dr. G.J.L. Kaspers en co-promotor dr. V. de Haas.

Kenmerken en uitkomsten bij patiënten met een cutaan T-cellymfoom

mrt 2023 | Dermato-oncologie, Lymfoom

Lees meer over Kenmerken en uitkomsten bij patiënten met een cutaan T-cellymfoom

Matching-adjusted indirect comparisons binnen de hemato-oncologie

mrt 2023 | Leukemie, Lymfoom

Lees meer over Matching-adjusted indirect comparisons binnen de hemato-oncologie

Nieuw model voor risicovoorspelling na hodgkinbehandeling

mrt 2023 | Hartfalen, Lymfoom

Lees meer over Nieuw model voor risicovoorspelling na hodgkinbehandeling

Zanubrutinib voor patiënten met B-celmaligniteiten die ibrutinib en acalabrutinib niet verdragen

mrt 2023 | Leukemie

Lees meer over Zanubrutinib voor patiënten met B-celmaligniteiten die ibrutinib en acalabrutinib niet verdragen

Bloedbank bereidt laatste stap gelijke behandeling van alle donors voor

mrt 2023 | Benigne hematologie, SOA

Lees meer over Bloedbank bereidt laatste stap gelijke behandeling van alle donors voor

Glofitamab effectief bij gerecidiveerd of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom

mrt 2023 | Lymfoom

Lees meer over Glofitamab effectief bij gerecidiveerd of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom

CMV-infecties bij post-transplantatiepatiënten; een behandellandschap in ontwikkeling

14 mrt 2023 om 20:00 | Stamceltransplantatie, Virale infecties

Lees meer over CMV-infecties bij post-transplantatiepatiënten; een behandellandschap in ontwikkeling

Antistolling en bloedingen

8 dec 2022 om 20:00

Lees meer over Antistolling en bloedingen

Webcast Immuuntherapie: herkennen van bijwerkingen en acties voor de niet-oncoloog

12 okt 2022 | Immuuntherapie

Lees meer over Webcast Immuuntherapie: herkennen van bijwerkingen en acties voor de niet-oncoloog

Gewone symptomen van zeldzame ziekten

27 sep 2022

Lees meer over Gewone symptomen van zeldzame ziekten

Behandeling van eosinofiele aandoeningen EGPA en HES

21 sep 2022 | Astma

Lees meer over Behandeling van eosinofiele aandoeningen EGPA en HES

Vaccinatiezorg voor medische risicogroepen

11 aug 2022 | HIV

Lees meer over Vaccinatiezorg voor medische risicogroepen

Kijk verder dan de huid #2 - Patiënt Management

8 jul 2022 | Lymfoom

Lees meer over Kijk verder dan de huid #2 - Patiënt Management

Eosinofiel gedreven aandoeningen en de behandeling

23 mrt 2022 om 20:30

Lees meer over Eosinofiel gedreven aandoeningen en de behandeling

De toekomst van antistollingszorg in Nederland

15 feb 2022

Lees meer over De toekomst van antistollingszorg in Nederland

EHA in ORANJE 2023

vrijdag 9 jun 2023 van 18:00 tot 21:45 | Benigne hematologie, Leukemie, Lymfoom, MDS, MM, MPN, Stamceltransplantatie

Lees meer over EHA in ORANJE 2023

Patiëntenselectie CAR T-celtherapie met AI

Lees meer
Lees meer over Patiëntenselectie CAR T-celtherapie met AI

Zanubrutinib superieur aan ibrutinib bij R/R CLL/SLL

Lees meer
Lees meer over Zanubrutinib superieur aan ibrutinib bij R/R CLL/SLL

Pirtobrutinib werkzaam en goed verdragen bij Richter-transformatie

Lees meer
Lees meer over Pirtobrutinib werkzaam en goed verdragen bij Richter-transformatie

LMWH bij erfelijke trombofilie helpt geen miskramen voorkomen

Lees meer
Lees meer over LMWH bij erfelijke trombofilie helpt geen miskramen voorkomen

Iptacopan effectief bij paroxismale nachtelijke hemoglobinurie

Lees meer
Lees meer over Iptacopan effectief bij paroxismale nachtelijke hemoglobinurie

Intensieve conditionering voor alloHCT bij r/r AML overbodig

Lees meer
Lees meer over Intensieve conditionering voor alloHCT bij r/r AML overbodig

Overlevenden hodgkinlymfoom hebben vaak neurocognitieve stoornissen

Lees meer
Lees meer over Overlevenden hodgkinlymfoom hebben vaak neurocognitieve stoornissen

Flesvoeding verhoogt het risico op ijzertekort bij zeer premature baby’s

Lees meer
Lees meer over Flesvoeding verhoogt het risico op ijzertekort bij zeer premature baby’s

Duurzame transfusieonafhankelijkheid na gentherapie bij bètathalassemie

Lees meer
Lees meer over Duurzame transfusieonafhankelijkheid na gentherapie bij bètathalassemie

AML Hulpgids voor patiënten

mrt 2021 | Leukemie

Lees meer over AML Hulpgids voor patiënten

De behandeling van AML, bekeken vanuit de verpleegkundig specialist

okt 2020

Lees meer over De behandeling van AML, bekeken vanuit de verpleegkundig specialist

AML-Podcastserie

jul 2020

Lees meer over AML-Podcastserie

Stamceltransplantatie bij AML

apr 2020 | Transplantatie

Lees meer over Stamceltransplantatie bij AML

AML-behandeling in de perifere setting

apr 2020

Lees meer over AML-behandeling in de perifere setting

Diagnose en testen bij FLT3+ AML

jan 2020 | Leukemie

Lees meer over Diagnose en testen bij FLT3+ AML

MedNet Hematologie 2023-01

feb 2023

Lees meer over MedNet Hematologie 2023-01

MedNet Hematologie 2022-06

dec 2022

Lees meer over MedNet Hematologie 2022-06

MedNet Hematologie 2022-05

okt 2022

Lees meer over MedNet Hematologie 2022-05

MedNet Hematologie 2022-04

aug 2022

Lees meer over MedNet Hematologie 2022-04

MedNet Hematologie 2022-03

jun 2022

Lees meer over MedNet Hematologie 2022-03

MedNet Hematologie special CAR T 2022

mei 2022

Lees meer over MedNet Hematologie special CAR T 2022

MedNet Hematologie 2022-02

apr 2022

Lees meer over MedNet Hematologie 2022-02

MedNet Hematologie 2022-01

feb 2022

Lees meer over MedNet Hematologie 2022-01