Regelmatige fysieke activiteit en training maken onderdeel uit van de zorg voor patiënten met cystische fibrose (CF). Het was dan ook onverwacht dat in de ACTIVATE-CF-studie de controlegroep na 6 maanden een betere FEV1 had dan de interventiegroep die een intensief trainingsprogramma volgde.
In deze multicenter gerandomiseerde gecontroleerde studie zijn 117 relatief inactieve CF-patiënten van ten minste 12 jaar oud willekeurig toegewezen aan een interventiegroep, die iedere week 3 uur aan intensieve fysieke activiteit deed, of een controlegroep, waarin werd gevraagd het gedrag op het gebied van fysieke activiteit niet te veranderen.
Na 6 maanden was de verandering van de FEV1 significant hoger in de controlegroep dan in de interventiegroep (2,70% voorspeld; p = 0,04). De patiënten in de interventiegroep rapporteerden bij elk studiebezoek een toegenomen intensieve fysieke activiteit in vergelijking met de controlegroep. Daarnaast hadden ze na 6 en 12 maanden een hogere inspanningscapaciteit en na 12 maanden een hogere fysieke activiteit. Er werden geen effecten gezien op andere secundaire uitkomsten.
Intensieve fysieke activiteit resulteerde dus weliswaar in een toegenomen inspanningscapaciteit, waarbij de effecten in de daaropvolgende 6 maanden aanhielden, maar de controlegroep had een betere FEV1. In toekomstige interventieprogramma’s moet volgens de onderzoekers gestreefd worden naar een stapsgewijze geïndividualiseerde toename van het trainingsvolume, om overbelasting/overtraining te voorkomen.
Bron:
Hebestreit H, Kriemler S, Schindler C, et al. Effects of a Partially Supervised Conditioning Program in Cystic Fibrosis: An International Multicenter, Randomized Controlled Trial (ACTIVATE-CF). Am J Respir Crit Care Med. 2022;205:330-39.