Een Britse populatiestudie, gerapporteerd in The Lancet Healthy Longevity, laat zien dat blootstelling aan luchtvervuiling op middelbare leeftijd samenhangt met slechtere cognitieve prestaties en veranderingen in hersenstructuur op latere leeftijd.
Eerder onderzoek heeft een verband aangetoond tussen hogere blootstelling aan luchtvervuiling en een toename van cognitieve achteruitgang op oudere leeftijd. De onderzoekers wilden het bestaande bewijs op dit gebied uitbreiden. Met behulp van gegevens van Medical Research Council National Survey of Health and Development (NSHD; ook bekend als de British Birth Cohort van 1946) en een neuroimaging-substudie van de NSHD, bekend als Insight 46, onderzochten ze of blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen op de leeftijd van 45 tot 64 jaar verband houdt met vertraagde verwerkingssnelheid, verminderde verbaal geheugenprestaties en lagere cognitieve scores op 69-jarige leeftijd, evenals met structurele hersenveranderingen.
Bij 1.534 deelnemers tussen 43 en 69 jaar bleek dat hogere blootstelling aan stikstofdioxide (NO₂) en fijnstof met een diameter kleiner dan 10 μm (PM10) samenhing met een tragere verwerkingssnelheid. Bij 1.761 deelnemers was op 69-jarige leeftijd een hogere blootstelling aan alle onderzochte vervuilende stoffen geassocieerd met lagere scores op de Addenbrooke’s Cognitive Examination III (ACE-III), een maat voor cognitief functioneren. Hogere NOx-blootstelling correleerde met een kleiner hippocampusvolume, en hogere NO₂- en PM10-blootstelling met grotere ventrikelvolumes.
De auteurs concluderen dat luchtvervuiling, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met vroege blootstelling, nadelige effecten heeft op cognitieve functies, verwerkingssnelheid en hersenstructuur op latere leeftijd. Deze bevindingen versterken het bewijs voor de schadelijke effecten van luchtvervuiling op de hersenen en benadrukken het belang van preventieve maatregelen en milieubeleid om cognitieve achteruitgang te beperken.
Bron: