Lokale antistoffen op de plek waar het coronavirus het lichaam binnenkomt, helpen een SARS-CoV-2-infectie vroeg te stoppen. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat bijna alle Nederlanders van 12 jaar en ouder deze lokale antistoffen inmiddels in hun lichaam hebben.
Immuniteit beschermt vaak beter tegen ernstige ziekte, dan tegen besmet raken. Onderzoekers denken dat om te beschermen tegen besmet raken, er een betere bescherming door het immuunsysteem nodig is op de plek waar het virus besmet. Onderzoekers van het RIVM onderzochten daarom de immuniteit in de bovenste luchtwegen.
Een deel van de deelnemers van het PIENTER Corona-onderzoek leverde daarvoor een beetje slijm uit de neus in. De onderzoekers hebben metingen gedaan op deze neusslijmmonsters. Daaruit blijkt dat bijna alle Nederlanders van 12 jaar en ouder inmiddels lokale antistoffen van het type IgG hebben die SARS-CoV-2 herkennen.
De hoeveelheid antistoffen is hoger bij mensen die naast vaccinatie ook een besmetting hebben gehad. Lokaal in de luchtwegen zijn ook antistoffen van het type IgA belangrijk voor de bescherming tegen besmettingen. IgA-antistoffen werden vooral gevonden in mensen die ook een besmetting hebben gehad. De onderzoekers vonden antistoffen tegen de oude variant én tegen de omikronvariant. Mensen met meer lokale antistoffen tegen het virus, raakten bovendien minder vaak besmet.
Bron: