Wanneer endoscopische eradicatie met focale balloncryoablatie wordt uitgevoerd door een expert, is de behandeling zeer effectief bij patiënten met een barrettoesofagus van beperkte lengte. Dat ontdekten Utrechtse onderzoekers. Het potentiële risico op het ontstaan van een strictuur moet nog wel verder onderzocht worden, stellen zij.
Focale balloncryoablatie (FCBA) is een relatief nieuwe ablatietechniek die toegepast kan worden in de behandeling van barrettoesofagus (BE)-gerelateerde neoplasie. Het doel van deze prospectieve multicenterstudie was om de effectiviteit en veiligheid van FCBA voor de behandeling van BE vast te stellen. Onderzoekers uit 8 Europese centra met expertise op het gebied van BE includeerden patiënten met een C≤2M≤5 BE-segment (volgens de Praag-classificatie) met dysplasie of kanker in een vroeg stadium. Voorafgaand aan de instroom in de studie werden alle zichtbare laesies verwijderd met endoscopische resectie. FCBA werd elke 3 maanden uitgevoerd door getrainde endoscopisten, net zo lang tot volledige eradicatie van BE was bereikt (maximaal 5 sessies). Na ten minste 2 sessies was aanvullende behandeling toegestaan. 6 maanden na de behandeling werd een follow-upendoscopie ingepland, gevolgd door jaarlijkse controles.
De 107 deelnemers (91% man, gemiddelde leeftijd 65 jaar) hadden een mediane BE van C0M2. Bij 69 van de deelnemers (65%) werd endoscopische resectie uitgevoerd, gevolgd door 2 FCBA-behandelingen (mediaan). Aanvullende behandeling geschiedde bij 43 deelnemers (40%) en bestond vooral uit argonplasmacoagulatie (APC) voor het verwijderen van kleine restplekjes (n = 41; 38%). Complete eradicatie van endoscopisch zichtbare BE en van dysplasie werd bereikt bij 101 deelnemers (94%; 95%-BI 90-98) en complete eradicatie van intestinale metaplasie (CE-IM) bij 97 deelnemers (91%; 95%-BI 85-95). Na een mediane follow-upduur van 18 maanden bleef 96% (95%-BI 92-99) vrij van endoscopisch zichtbare BE. De meest voorkomende bijwerking was oesofagusstrictuur (13%; 95%-BI 6-20).
Bron: