Op 13 juni 2025 verdedigde D.R. (David) van Nederpelt in de aula van de VU in Amsterdam zijn proefschrift ‘Aligning image analysis tools with clinical practice in multiple sclerosis’. Zijn promotoren waren prof. dr. Frederik Barkhof en prof. dr. Joep Killestein. Als copromotoren traden dr. ir. Hugo Vrenken en dr. Joost P.A. Kuijer op. Inmiddels is Van Nederpelt in het Amsterdam UMC werkzaam als postdoctoraal onderzoeker.
Wat was het doel van je promotieonderzoek?
Het doel van mijn promotieonderzoek was om MRI-metingen bij mensen met MS betrouwbaarder te maken en beter inzetbaar te maken in de dagelijkse zorg. MRI is een krachtige techniek, maar in de praktijk zijn automatische metingen van laesies, hersenvolume en hersenleeftijd niet altijd stabiel of goed vergelijkbaar tussen verschillende scanners. Ik wilde achterhalen waar die verschillen vandaan komen en hoe we ze kunnen minimaliseren, zodat artsen en patiënten kunnen vertrouwen op deze metingen bij het nemen van behandelbeslissingen. Daarnaast heb ik onderzocht hoe we MRI-data praktisch bruikbaar kunnen maken voor MS-patiënten en hun behandelaren. Zo hebben we bijvoorbeeld referentiecurves voor hersenvolume ontwikkeld op basis van een grote groep mensen met MS.
Wat wil jij dat de klinische dokter van jouw onderzoek weet?
Ik wil dat de klinische dokter weet dat automatische MRI-metingen steeds betrouwbaarder worden en daarmee echt kunnen bijdragen aan betere, meer gepersonaliseerde zorg voor mensen met MS. Door verbeterde software en nieuwe referentiecurves kunnen artsen nu sneller zien of iemand sneller hersenweefsel verliest dan gebruikelijk is bij MS. Dit kan helpen om behandelplannen tijdig bij te stellen. Daarnaast werken we aan gestandaardiseerde MRI-rapportages die beter aansluiten bij wat artsen dagelijks nodig hebben. Zo wordt het gebruik van MRI minder afhankelijk van wie de metingen uitvoert of op welke scanner ze zijn gemaakt.
Wat was het meest frustrerende onderdeel van je onderzoek?
Frustrerend was dat onze oorspronkelijke aanpak om de betrouwbaarheid van MRI-metingen te verbeteren niet opleverde wat we hoopten. Het was soms lastig om niet te blijven hangen in bestaande ideeën, maar juist flexibel te blijven en alternatieven te verkennen. Uiteindelijk was juist die openheid en het zoeken naar andere oplossingen belangrijk om verder te komen.
Welk moment/inzicht bracht een doorbraak?
Een belangrijk moment was tijdens het testen van onze geoptimaliseerde software. We zagen dat de verschillen tussen MRI-scanners kleiner werden en de metingen consistenter waren. Dat gaf veel energie en bevestigde dat onze aanpassingen écht effect hadden. Ook de ontwikkeling van MS-specifieke referentiecurves voelde als een mijlpaal: we konden de MRI-resultaten persoonlijker en relevanter maken voor patiënten.
Wat is de vervolgvraag die voortkomt uit jouw onderzoek?
Een logische vervolgvraag is hoe we deze verbeterde, gestandaardiseerde MRI-metingen breder kunnen implementeren in de dagelijkse zorg, zodat ze voor iedere patiënt met MS beschikbaar zijn. Daarnaast is het belangrijk te onderzoeken hoe deze nieuwe tools artsen kunnen ondersteunen bij het voorspellen van ziektebeloop en het optimaliseren van behandelingen. Ook willen we weten wat het voor patiënten betekent als MRI-uitslagen nauwkeuriger en persoonlijker worden gepresenteerd. Kortom: hoe zorgen we dat de waardevolle informatie uit MRI écht het verschil maakt voor mensen met MS?
Wat neem je zelf mee uit jouw promotieonderzoek? Wat zijn jouw volgende stappen?
Ik neem vooral mee dat techniek en kliniek elkaar enorm kunnen versterken, mits je oog houdt voor de praktijk en de mensen voor wie je het doet. Het werken met patiënten en een multidisciplinair team heeft me laten zien hoe belangrijk samenwerking is. De komende jaren wil ik graag verder werken aan innovatieve toepassingen van medische beeldvorming, op het snijvlak van onderzoek en kliniek. Mijn ambitie is om MRI-tools nog toegankelijker en effectiever te maken, zodat ze écht bijdragen aan betere zorg voor mensen met MS – en wellicht ook andere neurologische aandoeningen.