Orthopedisch chirurg Paul van Rensch onderzocht tijdens zijn promotieonderzoek hoe een meer individuele en duurzame behandeling kan bijdragen aan een betere mobiliteit voor patiënten met een knieprothese, met een hogere kwaliteit van leven en minder complicaties. Hij promoveerde 20 februari jl. aan de Radboud Universiteit.
Voor patiënten met ernstige knieartrose kan een knieprothese uitkomst bieden. Zo’n knieprothese gaat 15 tot 20 jaar mee. In de praktijk zijn er steeds meer jonge mensen die een knieprothese nodig hebben. Hierdoor neemt het aantal revisieoperaties ook toe.
Uit het proefschrift van Van Rensch blijkt dat de reden van de revisie invloed heeft op de uiteindelijke uitkomst. Patiënten die last blijven houden van een stijve knie na de eerste operatie of revisieoperatie, hebben de slechtste uitkomsten. Zij ervaren meer pijn en blijven beperkt in hun mobiliteit.
In deze groep patiënten keek Van Rensch of een scharnierprothese, waarbij de stabiliteit uit de prothese zelf wordt gehaald, een oplossing zou kunnen bieden. Patiënten die zo’n scharnierprothese kregen, hadden een duidelijke verbetering van het buigen en strekken van de knie, maar de pijn verminderde niet.
Volgens Van Rensch ligt de toekomst van revisies in de combinatie van technische kennis en kunde en een persoonlijke benadering.
Bron: