Empagliflozine verlaagt het risico op een acute stijging van de creatinineconcentratie én op acuut nierfalen bij patiënten met diabetes type 2, hartfalen en/of chronische nierschade. Deze effecten waren onafhankelijk van de grootte van voorspelde eGFR-dips en de ernst van ziekte, stelde Nathalie Staplin in haar late breaking clinical trial-presentatie.
Van SGLT2-remmers is bekend dat ze het risico op acuut nierfalen (AKI) verminderen in verschillende hoogrisicopopulaties, maar het is nog onduidelijk of deze relatie wordt beïnvloed door acute dips in de eGFR en door markers voor de ernst van de ziekte. Staplin en haar collega’s van de Renal Studies Group (University of Oxford, Verenigd Koninkrijk) zochten dit uit in een meta-analyse op basis van individuele patiëntengegevens (n = 23.340) van 4 grote placebogecontroleerde trials naar empagliflozine: EMPA-REG OUTCOME, EMPEROR-Reduced, EMPEROR-Preserved en EMPA-KIDNEY.
Uit de gepoolde analyses bleek dat een hogere leeftijd, een hogere eGFR, de mate van albuminurie, gebruik van RAS-remmers en diuretica, een hogere systolische bloeddruk, lagere hematocrietwaarde en lagere BMI onafhankelijke voorspellers waren voor grote (ten minste –7%) acute dips in de eGFR.
Van de deelnemers met een hoge kans op grotere acute eGFR-dips stopte 1,91% met de studiemedicatie (zowel empagliflozine als placebo), van de deelnemers met een hoge kans op de kleinste dip (–5% of kleiner) stopte 1,55%. Vergeleken met placebo gaf empagliflozine een 19% lager risico op een toename van de serumcreatineconcentratie met 50% of meer binnen 1 jaar (HR 0,81; 95%-BI 0,74-0,90). Toewijzing aan een van de empagliflozine-groepen gaf bovendien een 27% lager risico op een AKI adverse event, gedefinieerd volgens de Medical Dictionary for Regulatory Activities (MedDRA; HR 0,73; 95%-BI 0,63-0,85). Voor beide uitkomstmaten vonden de onderzoekers vergelijkbare HR’s in verschillende subgroepanalyses.
Bron: