Een groot retrospectief onderzoek uit Zuid-Korea toont aan dat ongeveer 1 op de 6 patiënten die SGLT2-remmers gebruiken, erytrocytose ontwikkelt. Deze toename van rode bloedcellen is relatief frequent, maar leidt zelden tot trombose of tot stoppen van de behandeling.
SGLT2-remmers worden, vanwege hun gunstige effecten op bloedsuiker, hartfunctie en niergezondheid, steeds vaker voorgeschreven bij diabetes, hartfalen en nierziekten. Bij patiënten die deze middelen gebruiken, wordt echter regelmatig erytrocytose gemeld, een toename van het aantal rode bloedcellen. Dat leidt soms tot zorgen over mogelijke hematologische complicaties.
Onderzoekers van het Seoul National University Bundang Hospital analyseerden medische dossiers van 6.787 volwassenen die tussen december 2014 en september 2024 ten minste 90 dagen 1 type SGLT2-remmer gebruikten, zoals dapagliflozine of empagliflozine. Erytrocytose was gedefinieerd als een piekhemoglobinewaarde boven 16,5 g/dl bij mannen en boven 16,0 g/dl bij vrouwen.
Uit de resultaten bleek dat 16,9% van de deelnemers erytrocytose ontwikkelde. Deze groep was overwegend jonger, vaker man en had vaker kenmerken zoals overgewicht, roken en alcoholgebruik dan deelnemers zonder erytrocytose. De meeste deelnemers zetten de behandeling met SGLT2-remmers voort, slechts 0,5% stopte vanwege erytrocytose.
Er traden weinig complicaties op. Slechts 5 van de 35 patiënten die tijdens de follow-up een trombose kregen, hadden erytrocytose. De trombose werd bij deze deelnemers toegeschreven aan andere onderliggende aandoeningen, zoals atriumfibrilleren en ernstige vaatverkalking, en niet aan de erytrocytose zelf.
De onderzoekers concluderen dat erytrocytose bij het gebruik van SGLT2-remmers vaak voorkomt, maar meestal mild en tijdelijk is. Ze benadrukken wel het belang van verder onderzoek om de langetermijneffecten en onderliggende mechanismen beter te begrijpen.
Bron: