Overlevenden van een buiten het ziekenhuis doorgemaakte hartstilstand ervaren ook op de lange termijn beperkingen in hun kwaliteit van leven, maar de aard van deze problemen verschilt sterk per leeftijdsgroep. Dat blijkt uit een grootschalig Deens onderzoek.1
Uit de Deense Hartstilstandregistratie werden alle 68.670 gevallen van buiten het ziekenhuis doorgemaakte hartstilstand tussen 2001 en 2019 geïdentificeerd. Bij de start van het onderzoek in oktober 2020 leefden nog 4.545 patiënten. Van hen vulden 56,1% vragenlijsten in over kwaliteit van leven (EQ-5D), gezondheidstoestand (SF-12) en angst en depressie (HADS).
De resultaten laten zien dat kwaliteit van leven (QoL) na een buiten het ziekenhuis doorgemaakte hartstilstand niet uniform is over de levensloop. Jongere overlevenden (< 45 jaar) rapporteerden vaker angstklachten, ondanks een relatief behouden fysieke capaciteit. Zo gaf tot 30% van de jongere deelnemers scores die duidden op een verhoogd risico op angst of depressie. Oudere overlevenden (> 65 jaar) daarentegen ervoeren meer fysieke beperkingen, zoals in mobiliteit en dagelijkse activiteiten, maar rapporteerden een als redelijk stabiel ervaren kwaliteit van leven. Deze bevindingen onderstrepen dat nazorg na reanimatie maatwerk vergt. Jongere patiënten lijken vooral gebaat bij psychologische begeleiding om angst en depressie te voorkomen of te behandelen. Voor ouderen ligt de nadruk meer op fysieke revalidatie en ondersteuning bij dagelijkse activiteiten.
Volgens hoofdonderzoeker dr. Victoria Gunmalm (Slagelse Hospital & Aalborg University, Denemarken) is een leeftijdsgevoelige en multidisciplinaire aanpak noodzakelijk om het herstel en welzijn van overlevenden na een buiten het ziekenhuis doorgemaakte hartstilstand duurzaam te verbeteren.
Bron:
- Gunmalm V. Quality of life up to 20 years after out-of-hospital cardiac arrest – does age matter? ESC Congress 2025.