Onderzoekers uit de VS en Canada beschrijven in JNNP 17 overlappende, modificeerbare risicofactoren voor beroerte, dementie en depressie op latere leeftijd. Ook berekenden ze de relatieve impact van deze factoren op het risico op een samengestelde uitkomst van de 3 aandoeningen.
Resultaten van eerder onderzoek suggereren dat ten minste 60% van de beroertes, 40% van de gevallen van dementie en 35% van de depressies op latere leeftijd (LLD) zijn toe te schrijven aan modificeerbare risicofactoren. Deze studie was gericht op het identificeren van overlappende risicofactoren voor deze aandoeningen en het berekenen van de relatieve impact op een samengestelde uitkomst van beroerte, dementie en LLD. Hiervoor werd een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd in PubMed, Embase en PsycInfo. De onderzoekers includeerden meta-analyses waarin effectgroottes van modificeerbare risicofactoren op de incidentie van beroerte, dementie en/of LLD werden gerapporteerd. Op basis hiervan werden disability-adjusted life year (DALY) gewogen β-coëfficiënten voor de samengestelde uitkomst berekend.
182 meta-analyses voldeden aan de inclusiecriteria; hiervan werden er 59 geselecteerd als input voor de berekeningen. De onderzoekers identificeerden 17 risicofactoren die bij ten minste 2 van de aandoeningen een rol speelden: bloeddruk, nierfunctie, nuchter plasmaglucose, BMI, totaal cholesterol, cognitieve activiteit, depressieve symptomen, alcoholgebruik, voeding, gehoorverlies, pijn, fysieke activiteit, levensdoel, slaap, roken, sociale betrokkenheid en stress. Van deze factoren hadden hoge bloeddruk en ernstige nierziekte de grootste impact op de incidentie van beroerte, dementie en LLD. Fysieke en cognitieve activiteit waren juist geassocieerd met een lager risico op ziekte, hoewel de onderzoekers benadrukken dat omgekeerde causaliteit hier mogelijk een rol speelt.
Bron: