Aanwezigheid van door de patiënt ervaren restklachten tijdens inactieve ziekte/lage ziekteactiviteit is geassocieerd met een hoger risico op opvlamming van axSpA en kortere tijd tot opvlamming. “Deze resultaten uit de Nederlandse SpANet-registratie suggereren dat restklachten van prognostische waarde kunnen zijn bij axSpA,” aldus Ellen Renet (Maastricht UMC+).1
Behandelrichtlijnen voor axiale spondyloartritis (axSpA) adviseren om te streven naar inactieve ziekte (ID; Axial Spondyloarthritis Disease Activity Score (ASDAS) < 1,3) of lage ziekteactiviteit (LDA; ASDAS < 2,1).2 Maar zelfs wanneer dat lukt, ervaren veel patiënten klinisch relevante restklachten.3 Deze restklachten hebben impact op het dagelijks functioneren, maar hebben mogelijk ook prognostische waarde.
Renet en collega’s onderzochten of restklachten – zowel objectief vastgesteld (zoals actieve perifere manifestaties en verhoogde ontstekingswaarden) als door de patiënt ervaren (zoals pijn en vermoeidheid) – tijdens ID/LDA bij axSpA samenhangen met opvlamming van de ziekte in de volgende 12 maanden. Ze gebruikten daarvoor gegevens van 140 patiënten met axSpA uit de Nederlandse SpA-registratie (SpA-Net). De geïncludeerde patiënten hadden ID/LDA (ASDAS < 2,1) en minimaal 1 ASDAS-meting beschikbaar tijdens de 12 maanden follow-up.
Tijdens ID/LDA hadden 61 patiënten (58,7%) objectieve restklachten en 82 patiënten (62,1%) zelf ervaren restklachten. Na een mediane tijd van 178 dagen (interkwartielafstand 129-288) kwam bij 36 patiënten (25,7%) een opvlamming voor, met een gemiddelde ASDAS-toename van 1,5 (SD 0,5). Aanwezigheid van door de patiënt zelf ervaren restklachten tijdens ID/LDA was significant geassocieerd met een hogere kans op opvlamming (OR 3,4; 95%-BI 1,3-9,2) en kortere tijd tot opvlamming (HR 3,2; 95%-BI 1,3-7,8), vergeleken met patiënten zonder ervaren restklachten. Vooral de ervaren restklachten vermoeidheid en beperking van fysiek functioneren verhoogden het opvlammingsrisico (respectievelijk HR 2,5; 95%-BI 1,2-5,1 en HR 2,3; 95%-BI 1,0-5,1), maar rugpijn niet. Opvallend was dat objectief vastgestelde restklachten níet geassocieerd waren met opvlammingen.
Bronnen:
- Renet E, Smits ML, van Tubergen A, et al. Impact of residual disease on disease flares in axial spondyloarthritis: A longitudinal study in a Dutch clinical practice registry.
- Ramiro S, Nikiphorou E, Seprianoet A, et al. ASAS-EULAR recommendations for the management of axial spondyloarthritis: 2022 update. Ann Rheum Dis. 2023;82:19-34.
- Webers C, Boonen A, Vonkeman HE, et al. Factors associated with residual disease in axial spondyloarthritis: Results from a clinical practice registry. J Rheumatol. 2023;50:1430-8.