In een sessie over hoogeffectieve medicijnen bij MS hield prof. dr. Gavin Giovannoni uit Londen een vurig pleidooi voor het gebruik van deze sterke middelen in een vroeg stadium van MS.1 Hij vindt dat je als neuroloog niet mag ‘gokken’ op een minder sterk medicijn, omdat de kans groot is dat zo’n middel onvoldoende effect heeft en er onnodig veel schade ontstaat.
“We laten altijd grafieken zien van de voor- en nadelen van een bepaalde behandeling, maar we vergeten dan de nadelen van onderbehandelde MS”, zei Giovannoni. Die nadelen kunnen ingrijpend zijn: voor de kwaliteit van leven, relaties, werk, en mortaliteit. Zo heeft de helft van de MS-patiënten gemiddeld 10 jaar na de diagnose geen werk meer. Beginnen met een minder krachtig middel (escalatietherapie) vindt Giovannoni een gok, omdat je niet weet of de behandeling zal aanslaan. Wél bekend is, dat 80% van alle MS-patiënten die met een laageffectief middel beginnen, binnen 4 jaar nieuwe ziekteactiviteit heeft. Deze schade is onomkeerbaar. Van de patiënten die direct met een hoogeffectief middel beginnen (inductietherapie), krijgt maar 20% in de 4 jaar daarna nieuwe ziekteactiviteit.
Erg fraai bewijs voor het gunstige effect van inductietherapie is een studie waarin registergegevens van Zweden en Denemarken zijn vergeleken, landen waarin de behandelstrategie bij MS sterk verschilt.2 In Zweden kreeg 34,5% van de patiënten direct een hoogeffectief middel, in Denemarken slechts 7,6%. Zweedse patiënten hadden een 29% lagere kans om binnen een half jaar een toename in handicaps te ervaren (p = 0,004), en een 24% lagere kans op een EDSS-score van 3 (p = 0,03). “Als ik MS had,” zei Giovannoni, “zou ik in Zweden willen wonen.”
Hij benadrukte ook het belang van afnemend hersenvolume als voorspeller van afnemende cognitie, slechtere kwaliteit van leven, verlies van werk, enzovoort. Het effect van een behandeling moet daarom niet alleen worden afgemeten aan relapses, maar ook aan de impact op het verlies van hersenvolume. “We moeten streven naar normalisering van dat verlies.”
Bronnen: