‘Doorgaan met immunomodulantia bij infectie lijkt veilig’

Delen via:

Op aanraden van hun behandelend arts staken veel patiënten met een reumatische aandoening hun immunomodulerende medicatie (IMM) tijdelijk wanneer ze een infectie krijgen. Dat is niet nodig, zo suggereren de resultaten van een gerandomiseerde studie van eigen bodem. Merel Opdam licht de volgens haar ‘geruststellende’ resultaten toe.

Het is bekend dat IMM geassocieerd zijn met een licht verhoogd infectierisico. Hetzelfde geldt voor RA en andere inflammatoire reumatische aandoeningen zelf, wat een infectie moeilijk herleidbaar maakt tot reumamedicatie. Bijsluiters en richtlijnen adviseren vaak om de medicatie tijdelijk te onderbreken tijdens een infectie. Stoppen versus doorgaan met IMM bij infectie is echter nooit rechtstreeks vergeleken, in een gerandomiseerde noch observationele studie. De Sint-Maartenskliniek in Nijmegen is in 2020 begonnen een dergelijk vergelijkend onderzoek op te zetten (NL8922). Met prof. dr. Alfons den Broeder en Lise Verhoef vormt Merel Opdam het projectteam.

Moeizame inclusie

Het beoogde aantal deelnemers was 2200. “De coronapandemie maakte het onderzoek eigenlijk nog urgenter, maar toch is de werving een grote uitdaging geweest”, vertelt Opdam. “Deels om logistieke redenen, deels omdat er bij zorgverleners twijfels waren of ze dit wel aandurfden.” Uiteindelijk is iets meer dan de helft van het beoogde aantal deelnemers geworven, 1142 in getal. “Dat zijn er minder dan we gehoopt hadden, maar daar staat tegenover dat we de deelnemers hebben gevraagd langer mee te doen dan de oorspronkelijk geplande 12 maanden. De follow-up varieerde tussen de 1 en 2 jaar, met een mediaan van ongeveer 1,5. Zodoende hebben we bijna 1700 patiëntjaren data verzameld.” Er zijn geen IMM-gebruikers met andere dan reumatische aandoeningen geïncludeerd. Opdam: “Een aantal deelnemers had weliswaar óók psoriasis of een inflammatoire darmziekte, maar ze zijn allemaal primair vanuit reumatologie geïncludeerd. Helaas kregen we dermatologen en MDL-artsen niet aan boord.” Het onderzoek is afgerond, maar de publicatie is nog under review. Wel is het vorig jaar al in abstractvorm gepresenteerd tijdens het jaarlijkse congres van de EULAR en daarna dat van de ACR.1,2

Geruststellende bevinding

De 1142 deelnemers lootten 1:1 het continueren van hun IMM tijdens een klinisch relevante infectie (de interventiegroep; n = 573), of het tijdelijk onderbreken (de controlegroep; n = 569). Een klinisch relevante infectie werd gedefinieerd als graad ≥ 2 volgens versie 5.0 van de Common Toxicity Criteria for Adverse Events (CTCAE v5.0). Dit komt neer op een infectie waardoor iemand ziek op bed ligt, of waarvoor hij antibiotica krijgt. De primaire uitkomstmaat was het percentage patiënten met een ernstige (graad ≥ 3) infectie. De intention to treat (ITT)-populatie bestond uit alle patiënten die ten minste 1 klinisch relevante infectie hadden doorgemaakt. Dit waren er 475, van wie er 242 in de interventiegroep en 233 in de controlegroep zaten. In deze 2 groepen maakten respectievelijk 9 (3,72%) en 12 (5,15%) patiënten een ernstige infectie door. Het verschil in risico, gecorrigeerd voor de stratificatie in de inclusie, was 1,72% (95% BI -1,96 tot 5,41). Opdam: “Het was een exploratieve studie waarin we geen formele hypothese hebben getoetst. Toch durf ik gezien het betrouwbaarheidsinterval wel te zeggen dat het verschil klein en waarschijnlijk ook niet klinisch relevant was. Als je al wilt spreken van een verschil, dan is dat misschien zelfs eerder ten gunste van doorgaan dan staken van IMM.” Aan 1 studie wil Opdam niet té veel conclusies verbinden, maar doorgaan met IMM bij een infectie lijkt een reële optie. “Dat vind ik een geruststellende bevinding.”

Stratificatie

Opdam vertelt hoe het herstarten van de medicatie in zijn werk ging: “Het onderbreken van de behandeling in geval van een infectie duurde doorgaans 1 à 2 weken, bijna altijd zolang als de infectie duurde. De inschatting of een infectie voorbij was of nog niet, maakte ik samen met de patiënt op basis van telefonisch contact. Als iemand bijvoorbeeld een antibioticakuur had afgerond en was hersteld, dan mocht hij herstarten. Met iemand die eens per week methotrexaat injecteert, had ik dan vlak voor het herstarten ook altijd even contact.”

Opdam en collega’s hebben ook gekeken of bepaalde kenmerken/omstandigheden de uitkomsten beïnvloedden. Voorbeelden zijn leeftijd en geslacht, reumatische aandoening (RA, arthritis psoriatica of axiale spondyloartrose), type infectie (met name COVID-19 of niet), en type medicatie, met als specifieke subgroepen biologicals, conventionele DMARD’s (csDMARD’s), of een combinatie van deze 2. Opdam: “In deze subgroepen vonden we soortgelijke risicoverschillen als in de totale onderzochte groep. De gecorrigeerde risicoverschillen in de subgroepen varieerden van -1,55 tot 3,79, met betrouwbaarheidsintervallen rond 0. Dit is een extra geruststelling.”

Compliance

Verder is gekeken of compliance de resultaten beïnvloedde, dus de mate waarin deelnemers zich hebben gehouden aan het stoppen of doorgaan. “Dat was niet altijd goed mogelijk, bijvoorbeeld als iemand net methotrexaat had geïnjecteerd en vlak daarna een infectie kreeg.” Opdam voegt toe dat het voornaamste probleem met compliance was: vergeten te stoppen. “De instructies waren duidelijk, maar het kan toch gebeuren dat je vergeet dat je contact moet opnemen, of dat je je RA-medicatie niet mag nemen omdat je een blaasontsteking hebt waar je antibiotica voor krijgt. Als we corrigeerden voor non-compliance, zagen we een groter verschil, van 4,5%, ten gunste van doorgaan (95%-BI -7,32 tot 16,34). Met als kanttekening dat het om een kleine groep gaat en de betrouwbaarheidsintervallen dus groter zijn.” Er zijn ook geen aanwijzingen gevonden dat het tijdelijk staken van de IMM een ongunstige uitwerking had op de ziekteactiviteit, noch op de infectieduur. “Kortom, de ‘veiligheid’ van de interventie leek ook goed te zijn.”

De resultaten hebben Opdam niet verrast. Dat heeft ook te maken met de halfwaardetijd van IMM. “Weliswaar zijn er middelen met een korte halfwaardetijd, zoals de JAK-remmers. Maar veel andere middelen, met name de biologicals, hebben een dermate lange halfwaardetijd dat de infectie vaak al over is voordat het middel uit je bloed is verdwenen. Dan is het niet zo logisch om aan te nemen dat tijdelijk staken een positief effect heeft op een infectie. Verder heeft lichte demping van de afweer vaak gunstige effecten bij een infectie, omdat de symptomen en klachten voortkomen uit de host response, niet uit de infectie zelf.”

Veel patiënten staken hun IMM bij voorkeur niet

Het was geen hypothese van Opdam en haar groep, maar ze hielden er wel rekening mee: dat IMM continueren bij een infectie een goede optie zou zijn, misschien wel een iets betere dan IMM staken. Daarom hebben ze geïnventariseerd hoe artsen en patiënten stonden tegenover continueren en staken.3 Aan 13 zorgverleners (die IMM voorschrijven) en 19 patiënten werden semi-gestructureerde interviews afgenomen.

Zij gaven een breed scala aan redenen voor beide behandelstrategieën, die samenhingen met onder meer kenmerken van de reumatische aandoeningen, de relatie tussen patiënt en zorgverlener, en kenmerken van de infectie. Niet verrassend: zowel zorgverleners als patiënten gaven aan dat hun keuze vooral een afweging van voordelen tegen risico’s is.

“Uit zo’n kleinschalig kwalitatief onderzoek kun je geen harde conclusies trekken of opmaken wat de gemiddelde opvattingen zijn”, weet Opdam. “Wat me evengoed opviel, was dat nogal wat patiënten aangaven liever niet tijdelijk hun medicatie te willen stoppen. Ze zijn gewend het te nemen en het is effectief. Zorgverleners waren gemiddeld genomen iets terughoudender. Sommigen zeiden: toch maar liever de IMM staken bij een infectie – better safe than sorry. Een ander argument van zorgleners voor doorgaan was therapietrouw. Als een arts aangeeft dat je best even kunt stoppen met je medicatie, kan de patiënt de indruk krijgen dat wel vaker te kunnen doen, was de gedachte. Maar patiënten blijken zich er juist ongemakkelijk bij te kunnen voelen. Dit was voor een aantal patiënten aanleiding af te zien van studiedeelname: ze wilden het risico niet lopen hun medicatie tijdelijk te moeten stoppen.”

Referenties

  1. Opdam M, den Broeder N, van Crevel R, et al. Continuation versus temporary interruption of immunomodulatory agents during infections: Preliminary results of a randomized controlled trial in 1142 patients with inflammatory arthritis. Ann Rheum Dis. 2024;83(S1):1156-7.
  2. Opdam M, den Broeder N, van Crevel R, et al. Continuation versus temporary interruption of immunomodulatory agents in case of an infection in IRD patients: Results of a randomized controlled trial [abstract]. Arthritis Rheumatol. 2024;76(suppl 9).
  3. Opdam MAA, Vriezekolk JE, Broen J, et al. Exploring the perspective of patients with immune-mediated inflammatory diseases and care providers on the use of immunomodulatory drugs in infections: an interview study. Rheumatol Adv Pract. 2023;7(1):rkad003.

Janneke van der Woude benoemd tot hoogleraar Healthcare related education

sep 2024

Lees meer over Janneke van der Woude benoemd tot hoogleraar Healthcare related education

‘Ik heb mijn plek als reumatoloog gevonden in Brussel’

sep 2024

Lees meer over ‘Ik heb mijn plek als reumatoloog gevonden in Brussel’

Consortium ontvangt 1,8 miljoen euro van ZonMw voor studie naar beweegreis

sep 2024 | Artrose, RA

Lees meer over Consortium ontvangt 1,8 miljoen euro van ZonMw voor studie naar beweegreis

Genetische risicofactoren voor reuscelarteriitis

sep 2024 | Arteriitis

Lees meer over Genetische risicofactoren voor reuscelarteriitis

1,3 miljoen ZonMw-subsidies voor onderzoek naar medicatiegebruik reumapatiënten

sep 2024 | Artrose, RA

Lees meer over 1,3 miljoen ZonMw-subsidies voor onderzoek naar medicatiegebruik reumapatiënten

Minister VWS neemt standpunt in over bijbetalen voor niet-preferente geneesmiddelen bij tekort

sep 2024

Lees meer over Minister VWS neemt standpunt in over bijbetalen voor niet-preferente geneesmiddelen bij tekort

SpA café 10: Jubileumeditie!

11 dec 2025 om 18:30 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 10: Jubileumeditie!

Reumatologie Quiz 2025

25 nov 2025 om 20:00 | Arthritis psoriatica, RA, Sclerodermie

Lees meer over Reumatologie Quiz 2025

Gordelroospreventie in medische risicogroepen - van indicatie tot vaccinatie

2 jul 2025 om 20:00 | Vaccinatie, Virale infecties

Lees meer over Gordelroospreventie in medische risicogroepen - van indicatie tot vaccinatie

PsD Hand in hand: De kracht van samenwerking tussen dermatoloog en reumatoloog

30 jun 2025 om 20:00 | Arthritis psoriatica, Artritis, Psoriasis

Lees meer over PsD Hand in hand: De kracht van samenwerking tussen dermatoloog en reumatoloog

Keynote webinar | Spotlight on advances in lupus

27 mei 2025

Lees meer over Keynote webinar | Spotlight on advances in lupus

SpA café 9: Patiëntspecifiek behandelen bij uitzonderingen zoals uveïtis

15 mei 2025 om 18:30 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 9: Patiëntspecifiek behandelen bij uitzonderingen zoals uveïtis

SpA café 8:
De nieuwe richtlijnen voor Arthritis Psoriatica

2 okt 2024 om 18:30 | Arthritis psoriatica, Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 8:
De nieuwe richtlijnen voor Arthritis Psoriatica

Masterclass: Psoriatic Disease recente ontwikkelingen in de behandeling

30 jul 2024 | Artritis, Psoriasis

Lees meer over Masterclass: Psoriatic Disease recente ontwikkelingen in de behandeling

SpA café 7:
Perifere uitingen van SpA in de klinische praktijk

11 apr 2024 om 18:30 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 7:
Perifere uitingen van SpA in de klinische praktijk
Er zijn geen e-learnings gevonden.
Er zijn geen bijeenkomsten gevonden.

Respons op methotrexaat verbetert met goedkope en veilige interventie

nov 2025 | RA

Lees meer over Respons op methotrexaat verbetert met goedkope en veilige interventie

Machinelearningmodel voorspelt huidverbetering bij sclerose vroeg en accuraat

nov 2025 | Sclerodermie

Lees meer over Machinelearningmodel voorspelt huidverbetering bij sclerose vroeg en accuraat

Flowcytometrie voor snelle bepaling van interferonactiviteit bij kinderen

nov 2025 | JIA, SLE

Lees meer over Flowcytometrie voor snelle bepaling van interferonactiviteit bij kinderen

De expert tipt: deze ACR-presentaties zijn direct toepasbaar in de praktijk

nov 2025 | Arthritis psoriatica, Psoriasis, RA, SLE

Lees meer over De expert tipt: deze ACR-presentaties zijn direct toepasbaar in de praktijk

Late breaker: deucravacitinib bij PsA werkzaam en veilig tot week 52

nov 2025 | Arthritis psoriatica

Lees meer over Late breaker: deucravacitinib bij PsA werkzaam en veilig tot week 52

Combinatie van denosumab en romosozumab: wel anabole werking, geen rebound

nov 2025 | Osteoporose

Lees meer over Combinatie van denosumab en romosozumab: wel anabole werking, geen rebound

Real-world studie: filgotinib geeft snelle en aanhoudende verbetering bij RA

nov 2025 | RA

Lees meer over Real-world studie: filgotinib geeft snelle en aanhoudende verbetering bij RA

“Opvlammingen? Vraag je patiënt eens naar voeding, vitaminen en voltage”

nov 2025 | Artritis, Fibromyalgie

Lees meer over “Opvlammingen? Vraag je patiënt eens naar voeding, vitaminen en voltage”

De nauwkeurige handscans van Arthur en Diana schelen de staf veel tijd

nov 2025 | Arthritis psoriatica, Artrose, RA

Lees meer over De nauwkeurige handscans van Arthur en Diana schelen de staf veel tijd

Psoriatic Disease: het belang van anamnese en het herkennen van rode vlaggen

nov 2022 | Psoriasis

Lees meer over Psoriatic Disease: het belang van anamnese en het herkennen van rode vlaggen

De voor- en nadelen van zorg op afstand: ervaringen van Nederlandse reumatologen tijdens COVID

nov 2020

Lees meer over De voor- en nadelen van zorg op afstand: ervaringen van Nederlandse reumatologen tijdens COVID

Podcast - Terugkerende koortssyndromen: steeds beter te (be)grijpen en behandelen

okt 2020

Lees meer over Podcast - Terugkerende koortssyndromen: steeds beter te (be)grijpen en behandelen

De ACR-adviezen voor reumatologische zorg tijdens de COVID-19-pandemie nader bekeken

aug 2020 | RA, SLE

Lees meer over De ACR-adviezen voor reumatologische zorg tijdens de COVID-19-pandemie nader bekeken

MedNet Reumatologie 2025-03

sep 2025

Lees meer over MedNet Reumatologie 2025-03

MedNet Reumatologie 2025-02

jul 2025

Lees meer over MedNet Reumatologie 2025-02

MedNet Reumatologie 2025-01

mrt 2025

Lees meer over MedNet Reumatologie 2025-01

MedNet Reumatologie 2024-03

sep 2024

Lees meer over MedNet Reumatologie 2024-03

MedNet Reumatologie 2024-02

jun 2024

Lees meer over MedNet Reumatologie 2024-02

MedNet Reumatologie 2024-01

mrt 2024

Lees meer over MedNet Reumatologie 2024-01

MedNet Reumatologie 2023-04

dec 2023

Lees meer over MedNet Reumatologie 2023-04

MedNet Reumatologie 2023-02

jun 2023

Lees meer over MedNet Reumatologie 2023-02

MedNet Reumatologie 2023-01

mrt 2023

Lees meer over MedNet Reumatologie 2023-01

Whitepaper: 24 Veelgestelde vragen en antwoorden over long COVID

feb 2022

Lees meer over Whitepaper: 24 Veelgestelde vragen en antwoorden over long COVID