Toxiciteitsmonitoring: de essentiële stap naar veilige en efficiënte zorg

Delen via:

Met de recente introductie van de nieuwe richtlijn Toxiciteitsmonitoring in Nederland is een belangrijke stap gezet richting meer gestructureerde en pragmatische benaderingen binnen de gezondheidszorg. Deze richtlijn biedt handvatten voor artsen om effectiever en efficiënter bijwerkingen van geneesmiddelen te signaleren, te voorkomen en te managen.1 Reumatoloog-klinisch farmacoloog dr. Noortje van Herwaarden, werkzaam in de Sint Maartenskliniek te Nijmegen en betrokken bij de totstandkoming van de richtlijn, licht de achtergrond en praktische toepassing van deze recent verschenen richtlijn toe.

Toxiciteitsmonitoring richt zich op de veiligheid van patiënten die bepaalde (klassen) geneesmiddelen, zoals biologicals of corticosteroïden, gebruiken. Geneesmiddelen kunnen immers – naast de bijwerkingen die je als patiënt merkt zoals misselijkheid – bijwerkingen veroorzaken die men niet meteen merkt maar ernstige en irreversibele schade kunnen geven zoals levercirrose. Juiste screening vóór start en monitoring gedurende het gebruik van deze middelen kan het risico op ongewenste uitkomsten verminderen. “Het doel van toxiciteitsmonitoring is om eventuele bijwerkingen te detecteren voordat ze een patiënt schade toebrengen”, benadrukt Van Herwaarden. “Een goed voorbeeld zijn leverwaarden die stijgen. Patiënten merken dit niet direct, maar langdurig verhoogde waarden kunnen nadelige gevolgen hebben. Dit soort bijwerkingen kunnen dankzij monitoring opgespoord worden.” Vervolgens kan de dosering van het betreffende geneesmiddel verlaagd of soms zelfs tijdelijk of permanent gestopt worden.

Focus op geneesmiddelengroepen

De net verschenen richtlijn Toxiciteitsmonitoring die onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR) is ontwikkeld, is uniek. “Voor het eerst hebben we in ons land een richtlijn die specifiek op toxiciteitsmonitoring gericht is”, weet Van Herwaarden. “In de richtlijn komen het gebruik van glucocorticoïden, conventionele synthetische (cs) disease-modifying antirheumatic drugs (DMARD’s), biologic (b)DMARD’s, en targeted synthetic (ts)DMARD’s aan de orde.”1 Zij maakt hierbij de kanttekening dat aanvullende aspecten ten aanzien van veilig gebruik van biologicals en tsDMARD’s in een andere richtlijn worden besproken die binnenkort zal verschijnen. Daardoor gaat de aandacht in deze richtlijn vooral uit naar de andere klassen geneesmiddelen. “Soms zijn het misschien open deuren en gaat het over zaken die artsen al deden zoals bloedcontroles. Daar bestaat echter wel veel variatie in. De richtlijn tracht hier uniformiteit in aan te brengen door weer te geven welke bepalingen en in welke frequentie deze gedaan kunnen worden. We hebben al wat ruimte gelaten om te variëren bij patiënten die middelen langer dan 6 maanden gebruiken; bij hen kunnen de controles elke 3 tot 6 maanden plaatsvinden.”

Belangrijke veranderingen in de richtlijn

Een belangrijk aspect van deze richtlijn is dat – dankzij een frequent gebrek aan sterke wetenschappelijke onderbouwing voor (frequentie van) monitoring – veel adviezen voorzichtig geformuleerd zijn. “Hoewel er voor sommige uitgangsvragen wel wat literatuur was, hebben we ons dus ook veel moeten baseren op de samenvatting van de productkenmerken (smpc)-teksten en expert opinion”, legt Van Herwaarden uit. Toch is een aantal duidelijke aanbevelingen geformuleerd. Eén belangrijk voorbeeld is het niet standaard verrichten van een thoraxfoto bij patiënten die starten met methotrexaat.1 “Er is hierin praktijkvariatie”, licht Van Herwaarden toe. “Sommige artsen doen dit standaard, andere niet. Uiteindelijk bleek er onvoldoende rationale voor het standaard uitvoeren van deze test.” Het vermijden van overbodige testen zoals de thoraxfoto vermindert niet alleen de belasting voor patiënten, maar beperkt ook het risico op toevalsbevindingen. “Een thoraxfoto kan bijvoorbeeld toevalsbevindingen laten zien die extra stress bij patiënten of vervolgonderzoek veroorzaken, zonder dat dit daadwerkelijk nodig is.” Deze ‘de-implementatie’ oftewel het afbouwen van onnodige testen en procedures is een relatief nieuw concept. “Voorheen lag de nadruk vooral op het toevoegen van nieuwe testen, maar nu kijken we kritisch naar wat we kunnen weglaten. Voor veel artsen is dat even wennen, zeker omdat er meestal veel aandacht uitgaat naar nieuwe biomarkers en devices en juist méér onderzoek.”

Multidisciplinaire samenstelling

De richtlijn Toxiciteitsmonitoring is op multidisciplinaire leest geschoeid en ontwikkeld met medewerking van onder andere reumatologen, dermatologen, maag-darm-lever (MDL)-artsen, longartsen en oogartsen. Zij gebruiken de hierboven genoemde middelen immers allemaal in meer of mindere mate en worden hierdoor direct beïnvloed. Dat kan betekenen dat er discrepanties bestaan tussen deze richtlijn en (delen van) andere richtlijnen van de betreffende specialismen, die soms andere aanbevelingen bieden. Maar na soms aanvullend overleg en enige aanpassingen hebben de betrokken wetenschappelijke verenigingen de richtlijn geautoriseerd. Voor reumatologen zijn veel adviezen een bevestiging van hetgeen ze al doen.” Van Herwaarden wijst erop dat er desalniettemin veel kennisvragen in de richtlijn staan opgenomen. “We hebben veel kennislacunes geïdentificeerd. Vaak gaat het daarbij om de vraag of bepaald onderzoek wel nodig is, zoals een baseline oogscreening tijdens het gebruik van hydroxychloroquine en de frequentie van laboratoriumonderzoek tijdens het gebruik van csDMARD’s.”1

Onderzoek naar labcontroles

Uit een onderzoek van de Sint Maartenskliniek dat tussen 2008-2020 onder leiding van reumatoloog-epidemioloog dr. Alfons den Broeder is uitgevoerd naar de effecten van laboratoriumcontroles bij 4.700 patiënten met reumatoïde artritis (RA) die csDMARD’s (langer dan 6 maanden) gebruiken bleek dat slechts 1,3% van de testen duidelijke afwijkingen vertoonde. Bovendien kwamen deze bloedafwijkingen net zo vaak voor bij geneesmiddelen waarvoor monitoring aanbevolen was (bijvoorbeeld methotrexaat) als bij geneesmiddelen waarvoor dit niet nodig was zoals monotherapie etanercept of hydroxychloroquine. Ten slotte lieten de kenmerken van de forse bloedafwijkingen zien dat de waarde ervan beperkt was: vaak werd er niets mee gedaan, was het een fout-positieve uitslag, of was het al langer bekend. Ook waren de afwijkingen in de meerderheid niet veroorzaakt door het gebruik van het medicijn.

Alfons den Broeder

Dr. A.A. den Broeder, reumatoloog-epidemioloog in de Sint Maartenskliniek te Nijmegen

Den Broeder: “Deze resultaten roepen de vraag op of bij langetermijngebruik zo frequent routinematige controles zinvol zijn na die eerste periode van 6 maanden. Veel minder vaak testen zou betekenen dat mensen minder vaak bloed hoeven prikken, het bespaart kosten en een enorme hoeveelheid (wegwerp)materiaal en het zal ook de administratieve last voor artsen aanzienlijk kunnen verminderen. Dit standaard testen zou bijvoorbeeld slechts eens per 2 jaar hoeven, en op het moment dat de dosering wordt opgehoogd, maar verder niet.” Den Broeder is van mening dat er zeker een nieuwe wind zal gaan waaien op dit gebied binnen de gezondheidszorg die langzamerhand verandert. “Dat heeft meestal wel wat tijd nodig. Hoewel het soms lukt iets snel te ‘de-implementeren’, duurt dit meestal een generatie.”

De nog niet gepubliceerde uitkomsten van dit onderzoek – die de basis vormen van het proefschrift waarop Evy Ulijn, promovenda van Den Broeder in april 2025 hoopt te promoveren – waren te laat om te kunnen worden meegenomen in de richtlijn Toxiciteitsmonitoring. Ze kunnen echter later worden gebruikt om deze modulair te updaten.

Uitdagingen bij implementatie

De implementatie van de richtlijn Toxiciteitsmonitoring vraagt niet alleen om bewustwording, maar ook om het aanpassen van gewoonten. “Voor artsen is het lastig om standaardprocedures, zoals het eerdergenoemde routinematig uitvoeren van thoraxfoto’s, te veranderen. Dit zit bij velen ingebakken”, weet Van Herwaarden. “Het kost tijd en inspanning om oude gewoonten los te laten.”

Minder testen heeft voordelen

Het beperken van overdiagnostiek kan grote voordelen opleveren:

  • Minder belasting/stress voor patiënten: onnodige testen en fout-positieve uitslagen veroorzaken vaak onrust.
  • Minder belasting voor de artsen en ondersteuners.
  • Milieuvoordeel: minder gebruik van plastic en laboratoriummateriaal.
  • Kostenbesparing: minder onnodige testen scheelt geld.

“Less is more”, stelt Den Broeder. “We moeten de balans vinden tussen veiligheid en het vermijden van overdiagnostiek, iets dat nog veel voorkomt.”

Conclusie

De nieuwe richtlijn voor toxiciteitsmonitoring markeert een belangrijke stap in het optimaliseren van zorg. Door meer gericht en minder routinematig te monitoren kan onnodige belasting voor zowel patiënten als zorgverleners worden verminderd. Tegelijkertijd benadrukt de richtlijn Toxiciteitsmonitoring het belang van samenwerking tussen verschillende specialismen en toekomstig onderzoek. “Deze richtlijn biedt niet alleen praktische adviezen, maar ook een nieuw perspectief op wat wel en niet noodzakelijk is in de zorg”, concludeert Van Herwaarden. “Het is nu aan de praktijk om deze inzichten daadwerkelijk te implementeren. We hopen dat dit het begin is van een bredere beweging richting slimme, doelgerichte zorg.”

Referentie

  1. Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR). Toxiciteitsmonitoring.

Herziening richtlijn biological en targeted synthetic DMARD’s

mrt 2025 | Arthritis psoriatica, Artritis, RA, Spondyloartritis

Lees meer over Herziening richtlijn biological en targeted synthetic DMARD’s

Kans op DMARD-vrije remissie verschilt tussen subgroepen RA-patiënten

mrt 2025 | RA

Lees meer over Kans op DMARD-vrije remissie verschilt tussen subgroepen RA-patiënten

Nabije toekomstmuziek: met organoïden behandeleffecten van RA-medicatie voorspellen

mrt 2025 | RA

Lees meer over Nabije toekomstmuziek: met organoïden behandeleffecten van RA-medicatie voorspellen

Persoonlijke benadering voor betere uitkomsten bij knieprotheses

mrt 2025 | Artrose, Orthopedie

Lees meer over Persoonlijke benadering voor betere uitkomsten bij knieprotheses

Baricitinib bij vroege polymyalgia rheumatica

mrt 2025

Lees meer over Baricitinib bij vroege polymyalgia rheumatica

5 veelbelovende onderzoeken naar snellere opsporing van (zeldzame) reuma

mrt 2025 | JIA, RA, Sclerodermie

Lees meer over 5 veelbelovende onderzoeken naar snellere opsporing van (zeldzame) reuma

SpA café 9: Patiëntspecifiek behandelen bij uitzonderingen zoals uveïtis

15 mei 2025 om 18:30 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 9: Patiëntspecifiek behandelen bij uitzonderingen zoals uveïtis

SpA café 8:
De nieuwe richtlijnen voor Arthritis Psoriatica

2 okt 2024 om 18:30 | Arthritis psoriatica, Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 8:
De nieuwe richtlijnen voor Arthritis Psoriatica

Masterclass: Psoriatic Disease recente ontwikkelingen in de behandeling

30 jul 2024 | Artritis, Psoriasis

Lees meer over Masterclass: Psoriatic Disease recente ontwikkelingen in de behandeling

SpA café 7:
Perifere uitingen van SpA in de klinische praktijk

11 apr 2024 om 18:30 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 7:
Perifere uitingen van SpA in de klinische praktijk

Expertdebat SLE, Deel 3 - Praktische handvatten: Van zwangerschapswens tot de rol van B-cellen in lupus

11 mrt 2024 | Immuuntherapie, SLE

Lees meer over Expertdebat SLE, Deel 3 - Praktische handvatten: Van zwangerschapswens tot de rol van B-cellen in lupus

SpA café 5: De nieuwe ASAS-EULAR aanbevelingen voor de behandeling van axSpA

8 nov 2023 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 5: De nieuwe ASAS-EULAR aanbevelingen voor de behandeling van axSpA

ReumaReality: gepersonaliseerde zorg voor uiteenlopende patiënten

30 okt 2023 om 20:00 | Artrose

Lees meer over ReumaReality: gepersonaliseerde zorg voor uiteenlopende patiënten

SpA café 6: Structurele schade bij axiale SpA

3 okt 2023 om 18:30 | Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 6: Structurele schade bij axiale SpA

SpA café 3: pijn herkennen en behandelen bij patiënten met SpA

6 mrt 2023 | Arthritis psoriatica, Spondyloartritis

Lees meer over SpA café 3: pijn herkennen en behandelen bij patiënten met SpA

e-learning SpA in de praktijk

Psoriasis, Spondyloartritis

Lees meer over e-learning SpA in de praktijk
Er zijn geen bijeenkomsten gevonden.

Nieuwe behandelstrategie voor RA verkort tijd tot zwangerschap

nov 2024 | RA

Lees meer over Nieuwe behandelstrategie voor RA verkort tijd tot zwangerschap

Cannabinoïden als pijnverlichting en ontstekingsremmend medicijn

nov 2024 | Artrose

Lees meer over Cannabinoïden als pijnverlichting en ontstekingsremmend medicijn

Niet-invasief biomarkerpanel doet het beter dan bestaande markers

nov 2024 | SLE

Lees meer over Niet-invasief biomarkerpanel doet het beter dan bestaande markers

Zo doet romosozumab het in de praktijk

nov 2024 | Osteoporose

Lees meer over Zo doet romosozumab het in de praktijk

Late breaker: neurotrofineremmer biedt hoop voor artrosepatiënt

nov 2024 | Artrose

Lees meer over Late breaker: neurotrofineremmer biedt hoop voor artrosepatiënt

Toch liever een lage dosis prednison bij GPA

nov 2024

Lees meer over Toch liever een lage dosis prednison bij GPA

Positieve resultaten op kwaliteit van leven met filgotinib

nov 2024 | RA

Lees meer over Positieve resultaten op kwaliteit van leven met filgotinib

Uitgeruste strategieën bij slaapproblemen door reumatische aandoeningen

nov 2024 | Arthritis psoriatica, Artritis, Artrose, JIA, Jicht, Osteoporose, RA, Sjögren, SLE, Spondyloartritis

Lees meer over Uitgeruste strategieën bij slaapproblemen door reumatische aandoeningen

Nederlandse studie: preventie van ACPA-negatieve reumatoïde artritis stap dichterbij

nov 2024 | RA

Lees meer over Nederlandse studie: preventie van ACPA-negatieve reumatoïde artritis stap dichterbij

Psoriatic Disease: het belang van anamnese en het herkennen van rode vlaggen

nov 2022 | Psoriasis

Lees meer over Psoriatic Disease: het belang van anamnese en het herkennen van rode vlaggen

De voor- en nadelen van zorg op afstand: ervaringen van Nederlandse reumatologen tijdens COVID

nov 2020

Lees meer over De voor- en nadelen van zorg op afstand: ervaringen van Nederlandse reumatologen tijdens COVID

Podcast - Terugkerende koortssyndromen: steeds beter te (be)grijpen en behandelen

okt 2020

Lees meer over Podcast - Terugkerende koortssyndromen: steeds beter te (be)grijpen en behandelen

De ACR-adviezen voor reumatologische zorg tijdens de COVID-19-pandemie nader bekeken

aug 2020 | RA, SLE

Lees meer over De ACR-adviezen voor reumatologische zorg tijdens de COVID-19-pandemie nader bekeken

MedNet Reumatologie 2025-01

mrt 2025

Lees meer over MedNet Reumatologie 2025-01

MedNet Reumatologie 2024-03

sep 2024

Lees meer over MedNet Reumatologie 2024-03

MedNet Reumatologie 2024-02

jun 2024

Lees meer over MedNet Reumatologie 2024-02

MedNet Reumatologie 2024-01

mrt 2024

Lees meer over MedNet Reumatologie 2024-01

MedNet Reumatologie 2023-04

dec 2023

Lees meer over MedNet Reumatologie 2023-04

MedNet Reumatologie 2023-02

jun 2023

Lees meer over MedNet Reumatologie 2023-02

MedNet Reumatologie 2023-01

mrt 2023

Lees meer over MedNet Reumatologie 2023-01

MedNet Reumatologie 2022-04

dec 2022

Lees meer over MedNet Reumatologie 2022-04

MedNet Reumatologie 2022-03

sep 2022

Lees meer over MedNet Reumatologie 2022-03