Het aantal consulten bij de Centra voor Seksuele Gezondheid (CSG’s) daalde in de eerste helft van 2025 met 5% ten opzichte van eind 2024. Vooral vrouwen en heteroseksuele mannen kwamen minder vaak.
In totaal vonden 73.333 soa- en PrEP-consulten plaats, iets minder dan de 76.986 in de tweede helft van 2024. Ongeveer 42% van de consulten betrof personen van 25 jaar en jonger, 30% had soa-symptomen en 18% een partnernotificatie.
Sinds januari 2025 geldt een nieuw testbeleid voor chlamydia: alleen mensen met klachten of een vaste partner met chlamydia worden getest. Hierdoor zijn trends in chlamydia en het algemene soa-vindpercentage moeilijk te vergelijken met voorgaande jaren.
Het soa-vindpercentage was 16,7%, lager dan in eerdere jaren, vooral door minder chlamydia-tests. Gonorroe blijft echter hoog: 7.290 diagnoses, met stijgende vindpercentages bij vrouwen (4,7%), heteroseksuele mannen (4,6%), MSM-soa (15,7%) en MSM-PrEP (13,6%). Syfilis en hiv komen vooral voor bij MSM. Er werden 944 syfilis-diagnoses vastgesteld (619 bij MSM-soa, 247 bij MSM-PrEP) en 90 hiv-diagnoses (65 bij MSM-soa, 6 bij MSM-PrEP).
De Thermometer seksuele gezondheid van het RIVM presenteert elk half jaar deze cijfers, zodat vroegtijdige toename van soa’s kan worden gesignaleerd en aangepakt.
Bron: