Voor het eerst is in onderzoek melding gemaakt van een verandering in de permeabiliteit van de bloed-hersenbarrière (BBB) bij een behandeling voor MS. Het betrof behandeling met alemtuzumab. Deze verandering is een bruikbare manier om de respons op alemtuzumab te monitoren en om patiënten te identificeren met een relatief hoge kans op ziekteactiviteit.
Dat medicatie de BBB kan beïnvloeden is bekend, maar nooit eerder werd dit aangetoond voor MS-medicatie. Dat is nu dus gelukt voor alemtuzumab, een monoklonaal CD52-antilichaam. Doel van de onderzoekers was een eventueel ontoereikende behandelrespons snel te detecteren. Om de BBB te onderzoeken werd bij 15 RRMS-patiënten op vier momenten een dynamic contrast-enhanced (DCE) MRI gemaakt: voorafgaand aan de behandeling met alemtuzumab en 6, 12 en 18 maanden na de eerste kuur. Het gebruikte criterium voor de respons was de No Evidence of Disease Activity-3 (NEDA-3), 2 jaar na het begin van de behandeling.
Op dat tijdstip voldeden 7 deelnemers aan het NEDA-3-criterium, terwijl 8 deelnemers ziekteactiviteit vertoonden. In de eerste 6 maanden van de behandeling was de permeabiliteit van de BBB in de NEDA-3-groep significant verder gedaald in de normal appearing white matter (NAWM) en in de grijzestof (GM) (voor beide, p = 0,03), en in de eerste 12 maanden in de NAWM (p = 0,002). De verandering in Patlak influx constant (Patlak Ki) tussen 0 en 12 maanden in NAWM voorspelde verlies van de NEDA-3-status na 2 jaar met een sensitiviteit en specificiteit van 86% (AUC 0,98; p = 0,002).
Al met al nam de BBB-permeabiliteit af na de eerste kuur alemtuzumab, maar niet meer na de tweede kuur. Dit is redelijk in lijn met de aantallen bloedlymfocyten, die na de eerste kuur ook een grotere daling vertoonden dan na de tweede. De resultaten leveren nieuw bewijs dat de BBB-permeabiliteit bij RRMS als marker van de behandelrespons kan fungeren.
Bron: