De Sint Maartenskliniek (regio Nijmegen) is een van de koploperklinieken in het Beter Gezond-programma, dat is gericht op een gezondere leefstijl van patiënten. Ook binnen de reumatologie zijn er veel mogelijkheden om iets aan leefstijl te doen, vertelt reumatoloog dr. Fleur Poelkens. “Bewegen kan bijvoorbeeld leiden tot een lagere reumascore en minder pijn en stijfheidsklachten.”
De Sint Maartenskliniek is al langer bezig met het onderwerp leefstijl. Enige jaren geleden wilden enkele specialisten in de kliniek de positieve effecten van een gezonde leefstijl meer onder de aandacht brengen bij patiënten. “We hadden daarover ook contact met andere ziekenhuizen, zoals CWZ en het Radboudumc”, vertelt Poelkens. “Vanuit de reumatologie waren we betrokken bij het Beter Verwijs-platform, waarmee zorgprofessionals hun patiënten in contact kunnen brengen met bijvoorbeeld een diëtist, fysiotherapeut of buurtsportcoach. Met name reumaverpleegkundigen hebben veel aan dat platform.”
Later is ook contact gelegd met het Beter Gezond-programma. Dat is opgezet om de gezondheid van patiënten te bevorderen door meer nadruk te leggen op ziektegerelateerde preventie. Het programma is een samenwerking van onder andere Radboudumc, Maastricht UMC+ en de Vereniging Arts en Leefstijl en ondersteunt ziekenhuizen bij de praktische implementatie van leefstijlzorg. Dat gebeurt onder andere met geaccrediteerde scholingen voor zorgprofessionals om leefstijl te integreren in de behandeling.
Groeiend bewustzijn
Het onderwerp leefstijl is de afgelopen jaren meer van de grond gekomen, mede als onderdeel van het Integraal Zorg Akkoord. Behandelaars zijn in principe verplicht om leefstijl te bespreken met patiënten. “Ik zie steeds meer op gang komen en zie ook het bewustzijn erover bij zorgverleners groeien”, aldus Poelkens. “Dat blijkt ook uit het toenemend aantal leden van de Vereniging Arts en Leefstijl.”
De aandacht voor leefstijl begint in ziekenhuizen meestal bij verpleegkundigen, maar om het goed te ontwikkelen moet ook de raad van bestuur erin meegaan en moet een projectleider worden aangesteld. Een projectleider heeft vaak bredere contacten waardoor meer afdelingen betrokken raken. “Dan gaat het wiel draaien”, zegt Poelkens. “Er is nog wel discussie over het onderwerp. Veel zorgverleners vinden dat preventie vooral primaire preventie moet zijn en in de nuldelijnszorg thuishoort. Maar in de Maartenskliniek vinden we dat je juist als behandelaar de kans hebt om leefstijl te bespreken met de patiënt. Want als iemand ziek is, is er vaak meer motivatie om de leefstijl aan te passen.”
Standpunt
Poelkens is ook actief in de werkgroep Preventie van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie. De werkgroep is vorig jaar opgestart, met circa 15 zorgprofessionals, waaronder reumatologen, reumaverpleegkundigen, een physician assistant en diëtisten. “We hebben inmiddels een standpunt opgesteld over leefstijl bij reumatische aandoeningen. Dat is heel recent aangeboden aan het NVR-bestuur. We hebben gekeken naar relevante factoren bij het ontstaan van ziekten. Aan de hand van de 6 onderwerpen van het Leefstijlroer (zie kader) hebben we literatuur gezocht over de huidige stand van zaken op die onderwerpen. Bijvoorbeeld voedingsstudies en beweegstudies bij reuma. We hebben van de studies een samenvatting gemaakt en die verwerkt in ons standpunt.” Het standpunt is ook bedoeld om te bereiken dat adviezen van reumatologen aan patiënten in het hele land gelijk zijn. Bijvoorbeeld over bewegen bij reuma. Poelkens: “Vroeger werd wel gedacht dat dat niet goed is voor mensen met reuma omdat het meer gewrichtsschade zou kunnen veroorzaken. Maar dat is inmiddels wel achterhaald. En bewegen hoeft echt niet per se in de sportschool. Bijvoorbeeld 5 keer per week na het eten een ommetje maken is ook al goed. We hopen dat reumatologen ons standpunt gaan gebruiken. Ook kunnen zij het Leefstijlroer in de spreekkamer laten zien aan de patiënt. De adviezen over leefstijl zijn hiermee een stuk praktischer geworden.”
Belang inzien
Heel recent was in de Sint Maartenskliniek de aftrap van het Beter Gezond-project. Er was een bijeenkomst in het restaurant, Poelkens en collega’s zijn langs alle vakgroepen gegaan en overal hangen posters over leefstijl. Poelkens hoopt dat patiënten er meer oog voor gaan krijgen en het belang ervan gaan inzien. “En uiteindelijk moet het onderwerp landelijk aandacht krijgen. Ook vanuit de overheid. Die kan bijvoorbeeld televisiespotjes maken, iets doen met de suikertaks en de buitenruimte aantrekkelijker maken met bijvoorbeeld meer wandelpaden.”
Een belangrijk onderdeel van het Beter Gezond-project is training van zorgverleners in ziekenhuizen. Er is een e-learning, een training met een VR-bril voor communicatie met de patiënt, en uitleg over het Beter Verwijs-platform.
Een lastig punt met preventie is dat de effecten van leefstijladviezen niet snel concreet duidelijk worden. Verandering van leefstijl is meestal een kwestie van ‘lange adem’. Toch is het volgens Poelkens belangrijk om de adviezen te blijven geven. “Want er is veel bewijs dat het werkt. Iedereen weet dat ook wel. Voor reuma hebben we dat nu goed uitgezocht. Het belangrijkste is stoppen met roken. En daarnaast bewegen, al is het maar een half uurtje per dag. Dat kan leiden tot een lagere reumascore en minder pijn en stijfheidsklachten. Daarnaast is voeding steeds meer in beeld. Er zijn al voedingsstudies gedaan, met name met plantaardige voeding. Het is nog niet precies bekend wat dat oplevert, maar het lijkt me sowieso goed voor het milieu om minder dierlijke eiwitten te gebruiken. Waarschijnlijk komt daarover meer kennis in de komende jaren.”
Effecten
Poelkens zelf geeft ook de adviezen aan haar patiënten. Ook voor haar is het lastig te zeggen wat daarvan de effecten zijn. Want zij ziet niet alle patiënten langere tijd. “Bijvoorbeeld patiënten die geen inflammatoire reuma blijken te hebben, verwijs ik naar de huisarts terug. Maar meestal bespreek ik met hen wel hun gewicht en het belang van bewegen. Alle patiënten die wij wel zelf in behandeling houden, gaan naar de reumaverpleegkundige. Die heeft meer tijd en bespreekt het gehele Leefstijlroer met hen. Ik geef meestal wel een voorzetje, door bijvoorbeeld te praten over stoppen met roken en te vragen of men openstaat voor aanpassing van de leefstijl. De reumaverpleegkundige kan daar dan op doorgaan. Ik zie dat mensen die al bezig waren met leefstijl makkelijker te motiveren zijn dan mensen die dat niet waren. Als iemand al weinig deed aan beweging, is het lastig om dat te veranderen. Maar als de verpleegkundige, diëtist en fysiotherapeut het allemaal bespreken met de patiënt, kan langzaamaan toch meer motivatie ontstaan.”
Leefstijlroer
Het Leefstijlroer is ontwikkeld door Vereniging Arts en Leefstijl om leefstijl bespreekbaar te maken en overzichtelijk te presenteren. Het Leefstijlroer bestaat uit 6 pijlers: voeding, beweging, ontspanning, slaap, verbinding en zingeving. Deze pijlers samen hebben invloed op de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het Leefstijlroer biedt zo handvatten om met de patiënt een gezonder leven te bespreken. Tijdens het gesprek bepalen de patiënt en de zorgprofessional samen met welke pijler de patiënt aan de slag wil, afhankelijk van persoonlijke behoeften en doelen.
Preventie: weinig bereikt
Aandacht voor leefstijl is belangrijk, want een gezonde leefstijl kan veel ziekte voorkomen. Dat helpt ook tegen de vastlopende zorg. Toch valt het nog niet mee om preventie van de grond te krijgen. Poelkens vertelt: “In 2018 is het Nationaal Preventieakkoord opgesteld, waarin de overheid en ruim 70 partijen afspraken hebben gemaakt over het terugdringen van roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht. Er waren concrete doelen afgesproken tot 2040, maar op alle drie de thema’s is er nog weinig bereikt. Eigenlijk vreemd, want het is allang bekend dat overgewicht ernstige consequenties heeft en dat rokers heel veel ziekten kunnen ontwikkelen. We moeten daarom mensen veel meer motiveren om echt iets te gaan doen aan hun leefstijl.”