Chronische veneuze insufficiëntie (CVI) van de onderste ledematen komt vaker voor dan gedacht en treft vooral oudere en vrouwelijke patiënten. Uit resultaten van de Rotterdam Study blijkt dat bijna een kwart van de onderzochte populatie oppervlakkige veneuze reflux heeft.
In totaal werden 2.510 volwassenen van 40 jaar en ouder onderzocht met duplex-echografie en ingedeeld op basis van de CEAP-classificatie. De meerderheid van de deelnemers (84,2%) viel in CEAP C0-C1. Varices (C2) werden vastgesteld bij 12,7%, terwijl 2,3 en 0,7% respectievelijk C3 en C4-C6 vertoonden. Daarmee werd de prevalentie van klinisch significante CVD (C3-C6) vastgesteld op 3,0%. Opvallend was het hoge aandeel patiënten met oppervlakkige veneuze reflux: 23,7% van alle deelnemers.
Uit multivariabele analyse kwamen verschillende onafhankelijke risicofactoren naar voren. Voor CEAP C3-C6 bleken hogere leeftijd, vrouwelijk geslacht en grotere lichaamslengte significant geassocieerd. Voor oppervlakkige veneuze reflux kwam daarnaast een hoge taille-heupratio naar voren als risicofactor.
De bevindingen bevestigen dat CVI, hoewel vaak klinisch onderschat, een substantiële ziektelast vertegenwoordigt. Volgens de auteurs kan vroegtijdige identificatie van patiënten met risicofactoren bijdragen aan betere preventie en tijdige interventie. Dit kan niet alleen het aantal ernstige huidcomplicaties verminderen, maar ook de druk op de zorg verlagen.
Bron: